e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L364p plaats=Meeuwen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sluiten (van grond) dichtslempen: (gezegd van lage vochtige grond waar veel over gereden wordt).  dichtslèmpə (Meeuwen), hard worden: hard worden (Meeuwen) hard worden, gezegd van aarde [vervloeren, sluiten] [N 81 (1980)] III-4-4
sluitring rondelle: rondɛl (Meeuwen) Rond metalen schijfje met in het midden een gat, dat onder een moer of de kop van een schroef wordt gelegd om het drukoppervlak te vergroten. [N 54, 37c; N 100, 18 add.; monogr.] II-12
sluitspeld toespeld: toespeld (Meeuwen), tuwspel (Meeuwen), tŭŭspèl (Meeuwen) sluitspeld; speld waarvan de punt wordt vastgezet in een dopje of haakje zodat men zich daaraan niet kan bezeren, voor de luier [toespeld, knipspeld, bakelspeld] [N 86 (1981)] || veiligheidsspeld III-2-2
sluitsteen sluitsteen: slȳtstęjn (Meeuwen), slȳtstęn (Meeuwen) De steen die als laatste in het midden van de segmentboog wordt geplaatst. [N 32, 19d; monogr.] II-9
slurpen slurpen: slérpe (Meeuwen), slɛrpə (Meeuwen), slurpen  sleͅrpə (Meeuwen), vloeibaar eten hoorbaar en lippensmakkend naar binneb werken  slörpe (Meeuwen) slurpen || slurpen; Hoe noemt U: Drank of vloeibaar voedsel hoorbaar opzuigen (slorpen, slurpen, slierpen, lerpen, lerwen, zabberen, slobberen) [N 80 (1980)] III-2-3
sluw sluw: slŭŭw (Meeuwen) sluw III-1-4
sluwe persoon sluwe vos: sluwe vos (Meeuwen) een vindingrijk persoon maar in ongunstige zin [kuilotter] [N 85 (1981)] III-1-4
smaak goesting: gosteŋ (Meeuwen), smaak: smaak (Meeuwen, ... ) smaak: het spek heeft een ranzige smaak [N 10 (1961)] || smaak: mijn smaak is bedorven door die rotte appel [N 10 (1961)] III-1-1
smachten smachten: smachten (Meeuwen), smachtə (Meeuwen) reikhalzend en kwijnend verlangen, ontzettend sterk verlangen [smachten, snakken] [N 85 (1981)] || smachten III-1-4
smaken bekken: Ich zaag waal det hèèm di-jn vlaai neet bekde  bekke (Meeuwen), smaken: sma.kə (Meeuwen) smaken III-2-3