e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L364p plaats=Meeuwen

Overzicht

Gevonden: 4441
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bliksem, bliksemflits bliksem: bliksem (Meeuwen), Opm. vaak ook in de betekenis van naar de maan gaan (naar de bliksem) of er de brui aan geven (van iets de bliksem geven).  bleksəm (Meeuwen) bliksem || bliksem, elektrische vonk die bij onweer van de ene wolk naar de andere of naar de aarde overspringt [bledderum, vuurlicht, weerlicht] [N 81 (1980)] III-4-4
bliksemafleider bliksemafleider: bliksemaflei(d)er (Meeuwen), bliksemafleider (Meeuwen), bliksemafleier (Meeuwen), donderroe: donderroe (Meeuwen) Inrichting om de bliksem af te leiden en onschadelijk te maken; gewoonlijk een van het dak tot in de grond lopende metalen staaf (bliksemafleider, donderroede, donderkruit, donderspil) [N 79 (1979)] III-2-1
bliksemen bliksemen: Opm. het begrip weerlichten is gebruikelijker.  bleksəmə (Meeuwen), weerlichten: ps. deels omgespeld volgens Frings!  het [wēͅr}licht (Meeuwen, ... ) bliksemen [ZND 21 (1936)] || bliksemen, weerlichten || het bliksemt [ZND 01 (1922)] III-4-4
blind anker blinde anker: blenǝn aŋkǝr (Meeuwen) Muuranker dat aan de buitenzijde van de muur niet zichtbaar is. [N 31, 39; N 54, 123a] II-9
blindemannetje spelen blinddoeken: blinddoeken (Meeuwen), blindemannetje: blindemanneke (Meeuwen) Het spel waarbij één van de spelers die de anderen moet vangen geblinddoekt is [kakkemommen, blindemannetje, blindekoe, blindekoekoek]. [N 88 (1982)] III-3-2
blinken, glimmen, glanzen blinken: bliŋkə (Meeuwen) een glans van zich geven [glimmen, glanzen, blinken] [N 91 (1982)] III-4-4
bloed bloed: blut (Meeuwen) bloed [N 10 (1961)] III-1-1
bloeduitstorting gele plek: geel plekken (Meeuwen) Hoe noemt u de geelachtig blauwe plekken op de huid, die een gevolg zijn van slaan, stoten of vallen? [DC 52 (1977)] III-1-2
bloedworst bloedworst: bloodworst (Meeuwen), worst: woͅrst (Meeuwen) bloedworst [Goossens 1b (1960)], [ZND 21 (1936)] III-2-3
bloedzuiger bloedzuiger: bloodzûger (Meeuwen), bloedzuiker: blūtzykər (Meeuwen), echel: ɛxəl (Meeuwen), in de uitdrukking: "z?pen es ein echel  echel (Meeuwen) bloedzuiger || bloedzuiger, ringworm III-4-2