e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L364p plaats=Meeuwen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vliegenraam, hor muggenraam: muggenraam (Meeuwen), vliegenraam: vliegenraam (Meeuwen), zeef: zeef (Meeuwen) Vlechtwerk van metaaldraad in een raam gevat dat voor een venster wordt gezet om het binnenvliegen van insekten te beletten (hor, horretje, zeef, draad) [N 79 (1979)] III-2-1
vlieger draak: Gew.; (VD): den draak omhooglaten.  dra.k (Meeuwen), vlieger: vleger (Meeuwen), vlieger (Meeuwen), /  vleger (Meeuwen) Draak: vlieger, speelgoed voor jongens. || Het speelgoed bestaande uit een licht gestel, met papier bespannen, dat aan een lang touw in de lucht opgelaten wordt [vlieger, boog, draak, beugel, vliegaard, vliegerd]. [N 88 (1982)] || windvlieger [SND (2006)] III-3-2
vliegtuig vlieger: vle.gər (Meeuwen), vlīgər (Meeuwen), ps. omgespeld volgens RND!  vlēͅgər (Meeuwen), vliegmachine: ps. omgespeld volgens RND!  vlēͅxməšin (Meeuwen), Ss. sub vliegen.  vliegmachine (Meeuwen) het toestel waarmee men kan vliegen [vliegtuig, vliegmachine, vlieger] [N 90 (1982)] || vliegtuig III-3-1
vliegveld vliegplein: ps. omgespeld volgens RND!  vlēͅxplēͅi̯n (Meeuwen), Ss. sub vliegen.  vliegplein (Meeuwen) het grote, effen terrein met verharde banen van waaraf vliegtuigen kunnen opstijgen en waar zij weer kunnen landen [vliegveld, vliegplein] [N 90 (1982)] || vliegveld III-3-1
vlier heulenteul: hīləntīl (Meeuwen) vlierboom III-4-3
vlierbes vlier: flèèr (Meeuwen) vlierbes III-4-3
vliering bovenste zolder: bovenste zolder (Meeuwen), zollertje: zellerke (Meeuwen) Verdieping boven een zolder, onder de pannen, meestal gebruikt als opslagruimte (vliering, scheerzolder, bovenzolder, hanezolder) [N 79 (1979)] III-2-1
vlinder snuffel: sniffel (Meeuwen, ... ) vlinder [GV Gr (1935)], [ZND 16 (1934)], [ZND 18G (1935)] III-4-2
vlinderdasje nondejuke: Nom de dieu {nond\\?y} + ke  nondedjuke (Meeuwen) strikje III-1-3
vlo (enk.) luis: luis (Meeuwen), vlo: vluuj (Meeuwen) vlo || vlo (pulex irritans), enk. [DC 54 (1979)] III-4-2