e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L364p plaats=Meeuwen

Overzicht

Gevonden: 4441
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fatsoenlijk fatsoenlijk: Det is eine fetsunleke minsch (Meeuwen), fətsuunlək (Meeuwen) Dat is een fatsoenlijk mens. [ZND 35 (1941)] || fatsoenlijk III-1-4
fauteuil clubzetel: kløbzēͅtəl (Meeuwen), zetel: zēͅtəl (Meeuwen) gemakkelijke, brede zetel || zetel, fauteuil III-2-1
fazant fazant: fəzant (Meeuwen) fazant III-4-1
feest feest: feest (Meeuwen), fiest (Meeuwen, ... ), Een feest vieren.  fi.st (Meeuwen), kermis?: kermis (Meeuwen, ... ) De bijeenkomst en samenzijn ter viering van een heuglijk feit of een gedenkdag [feest, kermis, begankenis]. [N 88 (1982)] || Feest. || Het schoonste feest (lidwoord!). [ZND 35 (1941)] III-3-2
feest bij de ondertrouw ondertrouw: ondertrouw (Meeuwen) Het feest bij de ondertrouw [hoog]. [N 88 (1982)] III-3-2
feestdag van sint-maarten sint-maarten: sint marten (Meeuwen) Sint-Maarten. [ZND 38 (1942)] III-3-3
feesten feesten: feesten (Meeuwen), fi.stə (Meeuwen), fiesten (Meeuwen), feestvieren: fi.stve.rə (Meeuwen), vieren: vieren (Meeuwen) Een feest vieren [feesten, vieren, kermissen, fêteren]. [N 88 (1982)] || Feesten. || Feestvieren. III-3-2
fiets velo: de vilo (Meeuwen) Fiets. [ZND 35 (1941)] III-3-1
fietsen rijden: ps. omgespeld volgens RND!  rijə (Meeuwen) op een fiets rijden [fietsen, wieleren] [N 90 (1982)] III-3-1
fijt fijt: fi.t (Meeuwen), fiet (Meeuwen) ik heb de (of het) fijt (zeer pijnlijke verzwering van een vingertop) [ZND 35 (1941)] || nagelontsteking: De ontsteking van a) heeft ook het beenvlees van een vingerkootje aangetast; fijt (zwart, daal, vijt, fijt, fijk, fiek). [N 84 (1981)] III-1-2