e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L364p plaats=Meeuwen

Overzicht

Gevonden: 4441
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fluim fluim: flum (Meeuwen) fluim [ZND 23 (1937)] III-1-2
fluweel, velours velours: flȳr (Meeuwen), vlūr (Meeuwen) Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.] II-7
fluwelen broek velours (fr.): fly.rə (Meeuwen), velours (fr.) boks: ein vlurə bōks (Meeuwen) (fluwelen) || een fluwelen broek [ZND 23 (1937)] III-1-3
fokmerrie kweekmeer: kwikmɛ̄r (Meeuwen), veulensmeer: vīǝ.lǝsmē̜.r (Meeuwen) Een merrie geschikt voor de kweek of die één of meer veulens gehad heeft. Een kweekmeer werkt niet (Q 168), terwijl een veulensmeer ook in de kar loopt (Q 77). In tegenstelling tot een veulensmeer is een kweekmeer gewoonlijk drachtig. Kleinere boeren zorgen ervoor een veulensmeer te hebben, die jaarlijks een veulen werpt, waardoor elk jaar een aanspanner ter beschikking staat. [JG 1a, 1b; N 8, 50b] I-9
fokzeug zoog: zūi̯.x (Meeuwen) Zeug die men houdt om biggen te winnen. [JG 1a, 1b; N M, 22 add.; monogr.] I-12
fonkelen, flonkeren fonkelen: fuŋkələ (Meeuwen) levendig, maar niet onrustig stralen of glanzen, warm schitteren [sprietelen, fonkelen, flonkeren] [N 91 (1982)] III-4-4
fooi drinkgeld: drinchgeld (Meeuwen), drinkgeld (Meeuwen), pree (<fr.): pree (Meeuwen, ... ) de gift in geld aan iemand die een dienst verleend heeft (vanwege zijn beroep) [fooi, pree, drinkgeld] [N 89 (1982)] || fooi [ZND 35 (1941)] III-3-1
fopspeen lots: syn. tuter  lòts (Meeuwen) fopspeen III-2-2
fortuin maken buit maken: Hij zal buit maken (Meeuwen) Fortuin. [ZND 35 (1941)] III-3-1
framboos hennenbeer: hinnebieren (Meeuwen), hinnebiêre (Meeuwen) framboos [ZND 34 (1940)] I-7