e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meeuwen

Overzicht

Gevonden: 4441
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beugelring beugel: beugel (Meeuwen, ... ), ring: ring (Meeuwen) De ijzeren ring van de beugelbaan [beugel, poort, ring]. [N 88 (1982)] III-3-2
beuk beukenboom: gecombineerd met ZND 1 a-m "beuk  bēͅkəbuim (Meeuwen) beuk (een hoge beuk) [ZND 21 (1936)] III-4-3
bevallen een kleine krijgen: nə klɛinə krigə (Meeuwen) Bevallen: een kind ter wereld brengen (bevallen, vallen, een kindje krijgen, kinderen winnen, omschudden, kopen). [N 84 (1981)] III-2-2
bevel bevel: bevel (Meeuwen, ... ), bəveͅl (Meeuwen, ... ), order: order (Meeuwen, ... ) een opdracht waaraan gehoorzaamd moet worden [bevel, beveel, last, orden] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
bevelen bevelen: bəveelə (Meeuwen), heten: heͅi̯tə dūn (Meeuwen), heten doen: heͅi̯tə dūn (Meeuwen), opleggen: opleggen (Meeuwen, ... ) bevelen || iemand nadrukkelijk of met gezag opdragen iets te doen [heten, hieten, ordenen, bestellen, bevelen] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
bevend schudden met de huid (zich) schudden: šędǝ (Meeuwen) Rillen, beven, huiveren, vooral na zware arbeid, bij koude en uit angst. [N 8, 66 en 68] I-9
bevruchten treden: tręi̯.ǝ (Meeuwen) Het bevruchten van de hen door de haan. [JG 1a, 1b, 2c; N 19, Q 111 add.; monogr.] I-12
bewerkelijk (zijn) ingewikkeld: ingewikkeld (Meeuwen) niet eenvoudig wat de bewerking betreft, veel tijd eisend [ruizig] [N 85 (1981)] III-1-4
bewolkte lucht dikke lucht: də loͅxt eͅs deͅk, Yə zēt Yēͅin steͅr (Meeuwen) Bewolkt. Hoe zegt men in uw dialect: de lucht, de hemel is bewolkt, je ziet geen sterren. [ZND 49 (1958)] III-4-4
bezadigd bezadigd: bezadigd (Meeuwen), ook materiaal znd 21, 18  bəzodigde mins (Meeuwen) bezadigd [ZND 01 (1922)] || zeer kalm [bezadigd, bedaard, gemoedereerd] [N 85 (1981)] III-1-4