20515 |
ranzig |
garstig:
garstex (L364p Meeuwen, ...
L364p Meeuwen),
garstig (L364p Meeuwen),
gàrstig (L364p Meeuwen)
|
garstig (spek) || ranzig (spek) || ranzig; Hoe noemt U: Sterk smakend, onaangenaam ruikend gezegd van spek (ranzig, garstig) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
33207 |
rapen |
rapen:
rā.pǝ (L364p Meeuwen)
|
De aardappelen oprapen en in een mand bijeen doen, achter de rooiers of achter de rooiende ploeg aanlopend. [N 12, 21; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 18; A 23, 17d; Lu 1, 17d]
I-5
|
19558 |
rasp |
rasp:
rasp (L364p Meeuwen)
|
rasp
III-2-1
|
19839 |
raspen |
raspen:
raspen (L364p Meeuwen, ...
L364p Meeuwen),
raspə (L364p Meeuwen),
ràspe (L364p Meeuwen, ...
L364p Meeuwen)
|
raspen || raspen; Hoe noemt U: Met een rasp fijn maken (raspelen, raspen, rieven) [N 80 (1980)]
III-2-1, III-2-3
|
24367 |
rat |
rat:
rat (L364p Meeuwen)
|
rat
III-4-2
|
20529 |
rauw |
rauw:
rauw (L364p Meeuwen),
rauw vleis (L364p Meeuwen),
ruiw (L364p Meeuwen)
|
Rauw vlees. [ZND 41 (1943)] || rauw; Hoe noemt U: Rauw, niet gekookt (groen, rauw) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
22338 |
ravotten |
balkeneren:
balkeneeren (L364p Meeuwen),
ravotten:
ravotten (L364p Meeuwen),
worstelen:
worstelen (L364p Meeuwen)
|
Hoe zeg je: de jongens ravotten (luidruchtig, wild stoeien, spelen)? [ZND 41 (1943)] || Voor de grap met elkaar worstelen, ravotten, gezegd van kinderen [riepen, riepzakken, raggen, balkuinen, stoeien]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18868 |
razen en tieren |
duivelen:
dievələ (L364p Meeuwen),
razen:
razen (L364p Meeuwen),
tekeergaan:
tekeergaan (L364p Meeuwen),
təkīr gy(3)̄n (L364p Meeuwen),
tempeesten:
Hèè mook zich dik; hèè stòng doa te tampiêste wi-j eine roazende zot
tampiêste (L364p Meeuwen)
|
luidruchtig uiting geven aan woede [razen, tieren, tekeergaan, tobben] [N 85 (1981)] || razen, te keer gaan, vloeken || razen, tieren (fig.)
III-1-4
|
19120 |
razend van woede |
dol:
dul (L364p Meeuwen),
giftig:
geftəx (L364p Meeuwen),
razend:
raozənt (L364p Meeuwen),
razentig:
doon ze det hiêrde, wèèrde ze roazentig koad
roazentig (L364p Meeuwen)
|
razend van woede, zeer woedend [dol, dul] [N 85 (1981)] || woedend || zeer boos
III-1-4
|
17674 |
rechte, vormeloze benen |
kaarsrechte benen:
kaarsrechte (L364p Meeuwen)
|
benen: rechte, vormloze benen [mok-, motbeene] [N 10 (1961)]
III-1-1
|