20518 |
zure haring |
opgelegde haring:
opgelàgde hîêring (L364p Meeuwen),
rolmops:
rolmops (L364p Meeuwen)
|
rolmops; Hoe noemt U: Een haring in het zuur (rolmops) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
18032 |
zure oprisping |
zooi:
zoͅaj (L364p Meeuwen),
ik heb de zooi"(het zuur, een oprisping)
zooi (L364p Meeuwen)
|
Hoe noemt u het zure deel van het maagsap, dat wel eens naar boven komt? [DC 47 (1972)] || oprisping hebben gepaard gaande met een zure smaak in de mond [opzuure] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
33618 |
zuring, groente |
zulker:
zelkər (L364p Meeuwen),
zurkel:
zirkel (L364p Meeuwen),
zurkel (L364p Meeuwen)
|
Zuring, zurkel als groente gekweekt [Goossens 1b (1960)], [Goossens 2b (1963)]
I-7
|
20336 |
zuster |
zuster:
zustər (L364p Meeuwen)
|
zuster
III-2-2
|
20541 |
zuurdesem |
desem:
deisem (L364p Meeuwen, ...
L364p Meeuwen),
dɛi̯səm (L364p Meeuwen)
|
desem || desemzuur || zuurdesem
III-2-3
|
20679 |
zuurkool |
zuurmoes:
zoormoos (L364p Meeuwen, ...
L364p Meeuwen)
|
ingemaakte witte kool [Goossens 2c (1963)] || zuurkool
III-2-3
|
17883 |
zwaaien |
zwingelen:
zwiŋələ (L364p Meeuwen)
|
Zwaaien: (langzaam) ritmisch heen en weer bewegen, bijv. met de armen (scharrewarren, scharmaaien, zwingelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
29944 |
zwaaihaak |
zwaaihaak:
zwojhoǝk (L364p Meeuwen),
zwājhǭk (L364p Meeuwen)
|
Winkelhaak waarvan handvat en veer ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn. Met een schroef kan men de veer in de gewenste hoek vastzetten. De zwaaihaak wordt gebruikt om hoeken op te meten. Zie ook afb. 5. [N 30, 13c; monogr.]
II-9
|
33836 |
zwaar paard |
bonk:
bu.ŋk (L364p Meeuwen)
|
Zwaargebouwd paard, geschikt voor het veldwerk of als trekdier. Zie afbeelding 7. [JG, 2c; N 8, 62d, 62e en 64b]
I-9
|
19459 |
zwabber |
aftrekker:
āftreͅkər (L364p Meeuwen),
mops:
gelijkend op een keerborstel, maar met gevlochten, katoenen franjes om de vloer mee aan te vegen
mòps (L364p Meeuwen),
opnemer:
opnemer op de aftrekker (L364p Meeuwen)
|
Dweil aan een steel gebonden (zwabber, dweil, aftrekker) [N 79 (1979)] || schoonmaakgerief || werktuig dienende om het water van de vloer af te trekken
III-2-1
|