29392 |
daagse muts |
visitemuts:
visitemuts (L265p Meijel)
|
Witte muts zonder toer die door de week gedragen werd bij het ter kerke gaan, winkelen of op visite gaan. Aan de achterkant zaten een strik en drie rietjesplooitjes en aan de voorkant werd de muts met linten onder de kin vastgehouden. [N 61, 2a B]
II-7
|
24327 |
daas (tabanidae) |
bisbauwel:
bisbòwwel (L265p Meijel),
WBD
bisbouwəl (L265p Meijel),
dees:
cassettebandje
deeze (L265p Meijel),
dèèze (L265p Meijel),
oude spelling ander soorten leggen eitjes in de huid: koehorsel, paardenhorsel
dêze (L265p Meijel),
madenschijter:
cassette grote dazen (daasvliegen)
maaije sjitters (L265p Meijel)
|
daas, grote vlieg, de wijfjes zuigen bloed; grote soorten steken pijnlijk en achtervolgne mens en dier || Hoe noemt u de grote vlieg waarvan verschillende soorten in ons land voorkomen. De wijfjes zuigen bloed bij grote zoogdieren en mensen. De grote soorten steken pijnlijk en achtervolgen mensen en dieren met grote hardnekkigheid (daas, dazerik, dol) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
20895 |
dadel |
dadel:
eigen spellingsysteem
dadel (L265p Meijel, ...
L265p Meijel),
Nijmeegs (WBD)
doadəl (L265p Meijel),
smeerlap:
oude spellingsysteem
smeerlap (L265p Meijel)
|
De vrucht van de dadelpalm (dadel, smeerlap, vijgedaal). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
27610 |
dagdienst |
dagschicht:
daxšix (L265p Meijel
[(Emma / Maurits)]
)
|
In het algemeen, ook in de Belgische mijnen (Defoin pag. 209), de dienst van 6 uur in de morgen tot 2 uur in de middag. Volgens een informant van Q 121 begon de dagdienst op de Domaniale mijn na de oorlog om 7 uur en eindigde om 3 uur in de middag. De informant van L 417 vermeldt dat deze dienst op de mijnen Zwartberg en Waterschei plaatsvond van 8 uur tot 4 uur in de middag. De dienst werd aangegeven met een bepaald soort penning; zie hiervoor de toelichting bij het lemma Controlepenning. [N 95, 116; monogr.; Vwo 304; Vwo 531; Vwo 532]
II-5
|
23959 |
dagelijkse zonde |
dagelijkse zonde:
daaglikse zunj (L265p Meijel),
dāgələksə zondə (L265p Meijel),
kleine zonde:
kleine zeunj (L265p Meijel)
|
Dagelijkse zonde [leslieje zung]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24898 |
dageraad |
krieken:
krieke (L265p Meijel)
|
het aanbreken van de dag [lamieren, krieken] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
24785 |
dagkoekoeksbloem |
dagkoekoek:
eigen spellinsysteem
dag koekoek (L265p Meijel)
|
Dagkoekoeksbloem (meliandrum rubrum 30 tot 90 cm hoge plant. De plant is tweehuizig en dicht behaard; de bladeren zijn eivormig; de bloemen groeien in losse schermen, de kroonbladeren zijn diep ingesneden en rood van kleur, zelden wit; doosvruchten met [N 92 (1982)]
III-4-3
|
23533 |
dagmissaal |
dagmissaal:
dagmessaal (L265p Meijel),
missaal:
mesāl (L265p Meijel)
|
Een kerkboek met misgebeden voor alle dagen van het kerkelijk jaar [dagmissaal?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21724 |
dagvaarden |
oproep:
ooproep (L265p Meijel)
|
iemand laten weten dat hij voor de rechter moet verschijnen [ontbieden, pressen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21723 |
dagvaarding |
dagvaarding:
dagvaarding (L265p Meijel),
oproep:
ooproep (L265p Meijel),
voorkomen:
veurkómmə (L265p Meijel)
|
de mededeling aan een verdachte of getuige dat hij op een bepaald tijdstip voor de rechter moet verschijnen [dagvaarding, dagement] [N 90 (1982)]
III-3-1
|