e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
daagse muts visitemuts: visitemuts (Meijel) Witte muts zonder toer die door de week gedragen werd bij het ter kerke gaan, winkelen of op visite gaan. Aan de achterkant zaten een strik en drie rietjesplooitjes en aan de voorkant werd de muts met linten onder de kin vastgehouden. [N 61, 2a B] II-7
daas (tabanidae) bisbauwel: bisbòwwel (Meijel), WBD  bisbouwəl (Meijel), dees: cassettebandje  deeze (Meijel), dèèze (Meijel), oude spelling ander soorten leggen eitjes in de huid: koehorsel, paardenhorsel  dêze (Meijel), madenschijter: cassette grote dazen (daasvliegen)  maaije sjitters (Meijel) daas, grote vlieg, de wijfjes zuigen bloed; grote soorten steken pijnlijk en achtervolgne mens en dier || Hoe noemt u de grote vlieg waarvan verschillende soorten in ons land voorkomen. De wijfjes zuigen bloed bij grote zoogdieren en mensen. De grote soorten steken pijnlijk en achtervolgen mensen en dieren met grote hardnekkigheid (daas, dazerik, dol) [N 83 (1981)] III-4-2
dadel dadel: eigen spellingsysteem  dadel (Meijel, ... ), Nijmeegs (WBD)  doadəl (Meijel), smeerlap: oude spellingsysteem  smeerlap (Meijel) De vrucht van de dadelpalm (dadel, smeerlap, vijgedaal). [N 82 (1981)] III-2-3
dagdienst dagschicht: daxšix (Meijel  [(Emma / Maurits)]  ) In het algemeen, ook in de Belgische mijnen (Defoin pag. 209), de dienst van 6 uur in de morgen tot 2 uur in de middag. Volgens een informant van Q 121 begon de dagdienst op de Domaniale mijn na de oorlog om 7 uur en eindigde om 3 uur in de middag. De informant van L 417 vermeldt dat deze dienst op de mijnen Zwartberg en Waterschei plaatsvond van 8 uur tot 4 uur in de middag. De dienst werd aangegeven met een bepaald soort penning; zie hiervoor de toelichting bij het lemma Controlepenning. [N 95, 116; monogr.; Vwo 304; Vwo 531; Vwo 532] II-5
dagelijkse zonde dagelijkse zonde: daaglikse zunj (Meijel), dāgələksə zondə (Meijel), kleine zonde: kleine zeunj (Meijel) Dagelijkse zonde [leslieje zung]. [N 96D (1989)] III-3-3
dageraad krieken: krieke (Meijel) het aanbreken van de dag [lamieren, krieken] [N 91 (1982)] III-4-4
dagkoekoeksbloem dagkoekoek: eigen spellinsysteem  dag koekoek (Meijel) Dagkoekoeksbloem (meliandrum rubrum 30 tot 90 cm hoge plant. De plant is tweehuizig en dicht behaard; de bladeren zijn eivormig; de bloemen groeien in losse schermen, de kroonbladeren zijn diep ingesneden en rood van kleur, zelden wit; doosvruchten met [N 92 (1982)] III-4-3
dagmissaal dagmissaal: dagmessaal (Meijel), missaal: mesāl (Meijel) Een kerkboek met misgebeden voor alle dagen van het kerkelijk jaar [dagmissaal?]. [N 96B (1989)] III-3-3
dagvaarden oproep: ooproep (Meijel) iemand laten weten dat hij voor de rechter moet verschijnen [ontbieden, pressen] [N 90 (1982)] III-3-1
dagvaarding dagvaarding: dagvaarding (Meijel), oproep: ooproep (Meijel), voorkomen: veurkómmə (Meijel) de mededeling aan een verdachte of getuige dat hij op een bepaald tijdstip voor de rechter moet verschijnen [dagvaarding, dagement] [N 90 (1982)] III-3-1