e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dartel (een) dappere: dapǝrǝ (Meijel), (een) rappe: rapǝ (Meijel) Gezegd van felle, vurige, moeilijk te tomen paarden, vooral jonge hengsten. [JG 1d; N 8, 64g] I-9
dartel springen dartelen: dartǝlǝ (Meijel) Dartel springen, gezegd van de jonge dieren in de wei. [N 77, 129] I-12
das stofdas: stȳfdas (Meijel  [(in koperen huls)]  ) De roodwollen versiering aan de spanen van het haam bij feestelijke gelegenheden. [N 13, 15] I-10
das, sjaal das: das (Meijel) das, sjaal, om de hals gedragen [das, polderdas, sjerp, kazzenij] [N 23 (1964)] III-1-3
dasspeld speld: späl (Meijel) dasspeld [dasspang] [N 23 (1964)] III-1-3
dathepijp dathepijp: dathepijp (Meijel) Pijp waarmee men rook verwekt niet door te trekken maar door te blazen. Er zijn uitvoeringen in hout, ijzer of messing, met en zonder kogelventiel (De Roever, pag. 118). [N 63, 76b] II-6
dauw dampnevel: damp nèvel (Meijel), nevel: néével (Meijel), nevelig: nevelig (Meijel) dauw die s morgens over de velden hangt [doom, domp, mok] [N 22 (1963)] III-4-4
dauw op vruchten dauw: Nijmeegs (WBD)  dauw (Meijel), oude spellingsysteem afhankelijk van de vrucht  dauw (Meijel), waas: eigen spellingsysteem  was (Meijel, ... ), oude spellingsysteem afhankelijk van de vrucht  was (Meijel) Het tijdens de rijping op druiven, pruimen, appelen, etc. ontstane laagje dat de glans verdoft en aan de vruchten een frisse aanblik geeft (dauw, loom, dons, was). [N 82 (1981)] I-7
daverwaat daverwaat: dāvǝrwāt (Meijel) Blad van de zeis dat zijn spanning heeft verloren en "klappert" bij het maaien. Dit kan gebeuren wanneer het blad door veelvuldig gebruik en wetten te dun is geworden en de zeis versleten raakt. Maar een zeis kan ook "daverwatig" worden als er ondeskundig is gehaard, onregelmatig of te ver van de eigenlijke snede af, naast het haarpad, of wanneer er te lang op één en dezelfde plaats is geslagen. Men vindt in dit lemma substantieven (zoals daverwaat (subst. èn adj.), daverblad, klapzeis), adjectieven (zoals daverwatig, klapperwatig, versleten) en uitdrukkingen (zoals er zit de koekoek in of de zeis fronselt) bijeen. [N 18, 89; monogr.] I-3
de aankomst van de duif telefonisch melden melden: mɛlə (Meijel) het telefonisch melden van de aankomst van de duif [N 93 (1983)] III-3-2