e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
enterotoxaemie, het bloed kopziekte: kopzikt (Meijel) Een ziekte, veroorzaakt door bacteriën die in het weiland voorkomen. In het lichaam vormen deze bacteriën vergiften. De zieke dieren springen plotseling op, draaien rond, vallen neer, maken fietsende bewegingen, buigen het hoofd naar boven, krijgen schuim op de bek en sterven spoedig. [N 77, 66; N 19, 68] I-12
envelop envelop (<fr.): envelop (Meijel), ènvəlop (Meijel) de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)] III-3-1
epidemie besmettelijke ziekte: bəsmettələkə ziĕktə (Meijel), epidemie: epedemie (Meijel), ziekte die aansteekt: een ziekte die anstikt (Meijel) Epidemie: een besmettelijke ziekte die zich zeer snel uitbreidt (epidemie). [N 84 (1981)] III-1-2
epistel epistel (<lat.): epistel (Meijel), əpestəl (Meijel) De eerste lezing, het epistel [t/dn epistel, epiestel?]. [N 96B (1989)] III-3-3
er heet aan toegaan opgaan: ⁄t opgaan (Meijel), spannen: spanne (Meijel), spannen (Meijel), zich spannen: ət spéént zich (Meijel) er heet aan toegaan, er heftig aan toegaan [spannen] [N 85 (1981)] III-1-4
ereboog boog: boog (Meijel, ... ), bōx (Meijel), ereboog: ereboog (Meijel), ērəbōx (Meijel, ... ), triomfsboog: triejamsboog (Meijel) De ereboog voor de jonge priester. [N 96D (1989)] || Een boog opgericht over iemands weg als eerbewijs, bijv. bij een feest [boog, triumf, toog]. [N 88 (1982)] || Een triumfboog of ereboog ter versiering van de straten [triejoemfboaëg]. [N 96C (1989)] III-3-2
ereboog voor de jonge priester boog: boog (Meijel), ereboog: ērəbōx (Meijel) De ereboog voor de jonge priester. [N 96D (1989)] III-3-3
ereboog voor het bruidspaar boog: boog (Meijel), ereboog: ereboog (Meijel), kroon: kroen (Meijel) de ereboog voor het bruidspaar [N 96D (1989)] III-2-2
ereprijs ereprijs: WLD alg. ben.  Ereprijs (Meijel) Ereprijs (veronica officinalis). De stengel is geheel onbehaard. De bladeren zijn bij hun top of in ¯t midden het breedst en getand. De bloemen zijn bleekblauw, zelden vleeskleurig, op zeer korte steeltjes gezeten (wilde thee, engel oogje, henneske). [N 92 (1982)] III-4-3
erf plaats: pláts (Meijel) I-7