23653 |
geestelijke communie |
gedachtenis:
gedachtenis (L265p Meijel)
|
De geestelijke communie, in de geest communiceren. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18832 |
geestig |
geestig:
geestig (L265p Meijel),
gevat:
gəvat (L265p Meijel),
humorist:
humorist (L265p Meijel),
perfect:
perfect (L265p Meijel)
|
met fijnzinnige humor [koel, gevat, geestig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17834 |
geeuwen |
gapen:
gāpe (L265p Meijel)
|
gapen [N 10 (1961)]
III-1-2
|
30782 |
gefigureerd glas |
gefigureerd glas:
gefigureerd glas (L265p Meijel)
|
Geornamenteerd glas. Gefigureerd glas ontstaat door fluorwaterstof plaatselijk op de glasplaat te laten inwerken. [N 67, 89k]
II-9
|
33705 |
gegraven waterloop |
gracht:
graxt (L265p Meijel),
wijk:
wik (L265p Meijel)
|
In het algemeen is in dit lemma sprake van een gegraven waterloop als afscheiding of om overtollig water af te voeren of om te bewateren. In dialectenquêtes zijn er veel vragen gesteld naar de benamingen voor een sloot, graaf of gracht. In de antwoorden bleek veel overlap te zitten. Het gaat hier om waterlopen die verschillend van breedte kunnen zijn. Omdat de antwoorden hierover niet eenduidig waren, was het niet mogelijk aan een begrip een vaste breedte toe te kennen. Algemeen kan men zeggen dat een gracht een bredere sloot is, een graaf een wat bredere, vaak droge sloot, en dat een goot, grub en zouw wat smallere waterlopen zijn. Het overeenkomstige bij alle waterlopen is dat ze gegraven zijn. [N 27, 24; AGV, m1; A 20, 1c; A 20, 1d; A 10, 21; A 2, 48; L 24, 27; L 1a-m; L 36, 4; L A1, 62; Lu 1, 5; R 14, 23j; S 11, 33; monogr.]
I-8
|
20692 |
gehakt |
gehakt:
Syst. WBD
gehakt (L265p Meijel)
|
Fijngehakt vlees (bilber?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
34425 |
geheel afgeschoren wolvacht |
rok wol:
rok wōl (L265p Meijel)
|
De gehele vacht wol van het schaap, wanneer dit geschoren wordt. [N 38, 19; L 41, 37; monogr.]
I-12
|
23728 |
geheimen van de rozenkrans |
geheimen:
geheimen (L265p Meijel),
litanie van alle heiligen:
littjenie van alle heiliggen (L265p Meijel)
|
De geheimen van de Rozenkrans bestaande uit de blijde geheimen, de droevige geheimen en de glorierijke of glorievolle geheimen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18964 |
geheimzinnig |
geheimzinnig:
geheimzinnig (L265p Meijel),
heimelijk:
heimelijk (L265p Meijel),
stiekem:
stiekum (L265p Meijel)
|
een verborgen betekenis hebbend, in het geheim geschiedend [bekeinsd, geheimzin-nig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17621 |
gehemelte |
raak:
raak (L265p Meijel),
verhemelte:
verhimmelte (L265p Meijel)
|
gehemelte [raak, geemel] [N 10a (1961)]
III-1-1
|