e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gepind werk gepinde zolen: gǝpendǝ zōlǝ (Meijel) Schoenwerk dat met houten pennen is vervaardigd. [N 60, 148b] II-10
geraamte geraamte: geramte (Meijel) geraamte [N 10a (1961)] III-1-1
gereed klaar: klaar (Meijel), klaor (Meijel, ... ), klòr (Meijel), vaardig: verrig (Meijel), vèrrig (Meijel), vérrəch (Meijel) gereed, klaar [DC 03 (1934)] || klaar met een handeling die verricht moest worden, een handeling verricht hebbend [af, vaardig, klaar, teneinde, ree, verrig] [N 85 (1981)] || klaar: Als je - bent mag je gaan spelen [DC 35 (1963)] III-1-4
gereed om aan te snijden, gezegd van het baggerslijk bouwklaar: bǫwklǭr (Meijel) Is het slijk gehakt en kan men het ofwel vervoeren naar een ligveld ofwel verder bewerken op het veld waar het gehakt is, dan is het gereed om gesneden te worden. [I, 103g] II-4
gereedschap gerei: gǝrē̜j (Meijel) De algemene benaming voor turfgereedschap. [I, 13] II-4
gereedschap waarmee men castreert scheermes: šęrmęs (Meijel) Uit de opgaven blijkt dat men met verschillende soorten gereedschap castreert. Men kan het doen met een mes, een tang of een koord. [N 77, 43] I-12
gereedschap waarmee men de darmen schoonmaakt plankje: plęŋkskǝ (Meijel) Behalve de voorafgenoemde gereedschappen ''mes'', ''lepel'', ''balein'' en ''(haar)speld'' (zie de desbetreffende lemmata) gebruikt men nog verschillende andere middelen om de darmen schoon te maken. In ieder geval moeten de voorwerpen bot zijn, omdat een scherp gereedschap de darm gemakkelijk zal beschadigen. [N 28, 118] II-1
gereedschap waarmee men invet borsteltje: bø̄rstǝlkǝ (Meijel) De borstel, lap, vod enz. waarmee olie, vet, boter enz. op bakblik, bakplaat e.d. worden aangebracht. [N 29, 38b] II-1
gereedschapskist gereedschapskist: gǝretšapskēst (Meijel) Kist waarin de schilder zijn gereedschap opbergt. [N 67, 99e] II-9
geren geren: gīrǝ (Meijel), gīǝrǝ (Meijel) Stof schuin laten uitlopen of spits uitlopende stroken aanbrengen om het kledingstuk ruimer te maken. [N 59, 187; N 62, 11b; N 62, 11a; S 10] II-7