e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grote duiventeek bloedluis: blutl"š (Meijel), Opm. v.d. invuller: komt ook voor, bij kippen vooral bij jonge.  bloedluus (Meijel) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: grote duiveteek of mijtteek: zuigen bloed s nachts bij broedende vogels. Larven als rode speldeknoppen onder de vleugels en in de hals. [N 93 (1983)] III-3-2
grote egelskop waterlis: eigen spellinsysteem  watterlisse (Meijel) Grote egelskop (sparganium ramosum 40 tot 150 cm grote plant. De stengels zijn vertakt; de bladeren zijn driehoekig; de vrouwelijke bloemen in 1 tot 3 bolvormige bloeiwijzen onderaan, de mannelijke bovenaan. Bloeitijd van juli tot september (driekant, w [N 92 (1982)] III-4-3
grote hoeveelheid, hoop deel: dél (Meijel), hoop: hoejp (Meijel), hôep (Meijel) een grote hoeveelheid [bezie, hoop, pook, tas, klamp, kluts, krooi, berm, kluft, bres, meuk, del] [N 91 (1982)] III-4-4
grote hoop turf grote schrank: gruǝtǝ šraŋk (Meijel) Een hoop van ongeveer tweehonderd turven en meer. [I, 79a: A 44, 21g] II-4
grote hostie grote hostie (<lat.): gruəte hoͅsti (Meijel) De grote hostie, op de pateen gelegen. [N 96B (1989)] III-3-3
grote knikker bolker: bolker (Meijel), bòlker (Meijel), Vielfach im östlichen Teil von Nordbrabant und vereinzelt in Limburg (Meiel, Overpelt, St. Huibrechts-Lille).  bolleker (Meijel), Zie Crompvoets, H. (1991), [De regionale toptiens van dialectwoorden en -begrippen.]: Limburg. In: H. Crompvoets en A. Dams (red.), Kroesels op de bozzem. Het Dialectenboek. Waalre: Stichting Nederlandse Dialecten, blz. 122-136 [blz. 126].  bolker (Meijel), tuil: WNT: tuil (III), 3. a) [...] aardhoop [...] -- Vandaar: knikker van zwarte potaarde.  tul (Meijel) Bolker: grote knikker. || Een grote knikker. [N R (1968)] || Grosser Wurfmurmel. || knikker [SND (1991)] III-3-2
grote lijster grote lijster: gruətə leštər (Meijel), grote smeerling: groote smèrling (Meijel) grote lijster || grote lijster (27 forse vogel; vlekken vallen meer op dan bij zanglijster [019]; krachtige vlucht; ook op trek; broedt tegenwoordig ook bij woningen; luide zang en nest lijken op merel [018]; roep is hard geratel [N 09 (1961)] III-4-1
grote mand met diverse onderverdelingen weduwnaarsmand: wēdywnārsmānt (Meijel) Hoe heet verder in Uw dialect: een grote mand met diverse hokjes, om het inkorven gemakkelijk te maken? [N 93 (1983)] III-3-2
grote mand met twee verdiepingen weduwnaarsmand: wēdywnārsmānt (Meijel) Hoe heet verder in Uw dialect: een grote mand met twee verdiepingen? [N 93 (1983)] III-3-2
grote mand waarin de duiven per trein of vrachtwagen vervoerd worden reismand: reͅjsmāndə (Meijel) Hoe heet verder in Uw dialect: de grote manden waarin de duiven per trein of vrachtwagen vervoerd worden? [N 93 (1983)] III-3-2