e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gruwelijk gruwelijk: gruwelik (Meijel), verschrikkelijk: versjrikkelik (Meijel) grote schrik opwekkend, afschuwwekkend [erg, gruwelijk, ijselijk] [N 85 (1981)] III-1-4
guano vogeltjesmest: vogǝlkǝsmēst (Meijel) Guano is een poedervormige meststof, vervaardigd van uitwerpselen, veren en kadaverresten van zeevogels, waarvan zich in de loop van de tijd dikke lagen hebben gevormd op onbewoonde eilanden en klippen met name aan de westkust van Zuid-Amerika (Peru, Chili). Blijkens een aantal opgaven werd guano beschouwd als de oudste of eerst bekende kunstmest of was hij de voorloper daarvan, die vooral vóór de eerste W.O. gebruikt werd. Toen de echte kunstmest zijn intrede had gedaan, werd deze aanvankelijk nog vaak guano genoemd. Met guano, die voornamelijk werd aangewend om pootaardappelen te bemesten, ging men zuinig om: met een oude eetlepel of iets dergelijks werd in ieder pootgat een kleine hoeveelheid van deze meststof op of bij de aardappel gelegd. Volgens de meeste opgaven was guano een stikstofhoudende meststof, volgens enkele andere bevatte hij ook kali en fosforzuur, terwijl hij eenmaal met thomasslakken wordt vergeleken of als zwarte meststof wordt omschreven. Mogelijk werd deze originele vogelmest in het begin van de kunstmestperiode synthetisch nagemaakt en als guano of onder een daarop gelijkende handelsnaam in de handel gebracht. [N P, 8; N 11A, 62a] I-1
guichelheil gagelhei: eigen spellinsysteem wilde soorten dragen tekels (rozen), veredelde soorten niet (gele bloem)  gagelhei (Meijel), tikkels aant: eigen spellinsysteem Additie bij vraag 68: (gagelhei:) wilde soorten dragen tekels (rozen), veredelde soorten niet (gele bloem) > : tekels = rozen van de wilde soorten gagelhei (Crompvoets: informant doelt waarschijnlijk op tikkels = doorns)  tekels (Meijel) Guigelheil (anagallis arvensis 5 tot 40 cm lage plant. De stengels zijn liggend; de bladeren zijn eivormig en ongesteeld, ze groeien tegenoverstaand; de bloemen groeien in de bladoksels, de bloemen zijn langesteeld met klierachtig behaarde kroonslippen, [N 92 (1982)], [N 92 (1982)] III-4-3
guitig guitig: guitig (Meijel), kwiek: kwiek (Meijel), plagerd: plaogerd (Meijel), schone, een -: unne sjonne (Meijel) vrolijk plagend of op overmoedige wijze grappig [farsig, guitig] [N 85 (1981)] III-1-4
gulden gulden: gulde (Meijel) gulden, een ~ [kent uw dialect ook namen als piek, pieterman of andere?] [N 21 (1963)] III-3-1
gulden mis gulden mis: gulden mis (Meijel), gøldə mes (Meijel) De mis op quatertemperwoensdag van de Advent, guldenmis, noodmis [julde maes]. [N 96C (1989)] III-3-3
gulp van een broek gulp: gulp (Meijel), gøləp (Meijel) dit split [N 59 (1973)] || gulp, met knoopjes te sluiten voorsplit [rötsj, fluitje] [N 23 (1964)] III-1-3
gulzig gulzig: gulzəch (Meijel), slokachtig: slókèèchtəeh (Meijel) gulzig; Hoe noemt U: Snel en onmatig in het verorberen van voedsel of drank; schrokachtig (gulzig, gruizig, vratig, slokachtig) [N 80 (1980)] III-2-3
gunnen doorgaan: de koe:p gè dur (Meijel), gunnen: gegeund (Meijel) ze wordt gegund, i.v.m. de openbare verkoping van b.v. een boerderij [de boerderij gaat af?] [N 21 (1963)] III-3-1
gunst gunst: gunst (Meijel, ... ) de welwillende, gunstige gezindheid van de ene persoon tegenover de andere [gunst, jonst] [N 85 (1981)] III-1-4