30701 |
ladderschoen |
laddervoetje:
ladǝrvȳtjǝ (L265p Meijel),
leervoetje:
liǝrvȳtjǝ (L265p Meijel)
|
Kunststof dop aan de onderzijde van de zijbalken van een ladder die verhindert dat de ladder in uitgeklapte toestand kan gaan schuiven. [N 67, 63n]
II-9
|
29409 |
laddertje |
leertje:
lęrkǝ (L265p Meijel)
|
Een laddervormig stukje textiel (haakwerk) waardoor het lint of de twee linten werd of werden geregen bij de vrouwenmuts met sierkrans. Zie afb. 85. [N 61, 18b]
II-7
|
19668 |
lade |
lade:
lā (L265p Meijel)
|
tafella [DC 53a (1978)]
III-2-1
|
28866 |
lade in de kleermakerstafel |
tafellade:
tǫfǝllāj (L265p Meijel)
|
De lade in de kleermakerstafel, waarin men opbergt wat nog niet wordt behandeld. Volgens de informant van Q 198 was er geen lade in de tafel. [N 59, 1b]
II-7
|
27076 |
laden van het schip met turf |
schip laden:
šēp lājǝ (L265p Meijel)
|
[II, 90a]
II-4
|
18304 |
lage herenschoen, molière |
lage schoen:
lieg sjoen (L265p Meijel),
liehg sjoehn (L265p Meijel),
lieəg sjoen (L265p Meijel),
liëg sjōēn (L265p Meijel),
molire (fr.):
molière (L265p Meijel)
|
herenschoenen, lage ~ [N 24 (1964)] || Hoe noemt u in het algemeen een lage herenschoen met vetersluiting (moliäre?) [N 60 (1973)]
III-1-3
|
22562 |
lage kaart(en) |
lage, een ~:
lege (L265p Meijel)
|
Een kaart of kaarten die niet meetellen in het spel [bleuze, blanks, blanche]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
32447 |
lage klomp |
klomp:
[klomp] (L265p Meijel),
lage klomp:
līǝgǝ [klomp] (L265p Meijel)
|
Klomp met een lage en korte kap die slechts het voorste deel van de voet bedekt. Over de klompopening is een leren riem aangebracht die door middel van kleine spijkertjes met platte kop wordt vastgezet. Zie ook afb. 260. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ.' [N 24, 70c; monogr.]
II-12
|
18377 |
lage klomp? |
klomp:
klomp (L265p Meijel),
lage klomp:
de fijnste waren buuke klumpkes
liëg klump (L265p Meijel)
|
klomp, lage open ~ met een riem over de wreef [N 24 (1964)]
III-1-3
|
33702 |
lage, natte plekken in moeras |
vengat:
vɛngāt (L265p Meijel),
zomp:
zomp (L265p Meijel)
|
De lager gelegen delen in een moeras waarin steeds water staat. [N 27, 21b]
I-8
|