18477 |
marktschoen |
marktschoen:
mɛrətšūn (L265p Meijel)
|
Hoe noemt u de grove schoen, welke men meestal op de markt verkoopt? (marktschoen?) [N 60 (1973)]
III-1-3
|
24945 |
marmer |
marmer:
marmər (L265p Meijel),
marmerzand:
marmerzand (L265p Meijel)
|
marmer, dicht, fijnkorrelig kalkgesteente dat geschikt is om te bewerken en te polijsten, in bouw- en beeldhouwkunst als grondstof gebruikt [marbel, melber] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
22739 |
marmeren beeld |
beeld:
marmere bilt (L265p Meijel)
|
Marmeren beeld. [N 06 (1960)]
III-3-2
|
30647 |
marmerglaceerkwast |
marmerkwast:
marmǝrkwast (L265p Meijel)
|
Zachtharige kwast die wordt gebruikt voor het opbrengen van zeer dunne olieverftinten over nagebootst marmer. [N 67, 39c]
II-9
|
30785 |
marmerglas |
marmerglas:
marmerglas (L265p Meijel)
|
Dik, ondoorschijnend glas in verschillende kleuren dat onder meer wordt gebruikt voor toonbankbladen, wandbekleding, naamplaten, reclameplaten, wijzerplaten, etc. Volgens invullers uit Q 111 en Q 203 kon marmerglas in wit, groen, rood en zwart en dof en glanzend worden geleverd. [N 67, 89m]
II-9
|
30665 |
marmerklopper |
marmerklopper:
marmǝrklǫpǝr (L265p Meijel)
|
Tamponneerkwast voor het imiteren van sommige marmersoorten. De kwast bestaat uit een houten of zinken voetplaat waaraan rubber strookjes bevestigd zijn. De kwast wordt ook wel gebruikt bij de glaceertechniek, een versieringsmethode waarbij op een gedekte ondergrond een laag glaceersaus wordt aangebracht die vervolgens met de kwast wordt bewerkt. In Q 121 werd op deze wijze met de 'strener' een kronkelende beweging gemaakt waardoor in de glaceersaus een streperig motief ontstond. [N 67, 50]
II-9
|
30649 |
marmerpenseel |
marmerpenseel:
marmǝrpɛnsēl (L265p Meijel)
|
Smal penseel gebruikt bij het imiteren van marmer. [N 67, 39e]
II-9
|
21850 |
mars (wbd) |
korf:
korf (L265p Meijel),
kramer:
krémmər (L265p Meijel)
|
de mand die een kramer op zijn rug heeft [mars, hot, holfrits] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
24350 |
marter |
eierwezel:
oude spelling
eierwezel (L265p Meijel),
fluwijn:
oude spelling
fluwijn (L265p Meijel),
marter:
oude spelling
marter (L265p Meijel),
ulk:
cassettebandje
elk (L265p Meijel, ...
L265p Meijel),
wezel:
cassettebandje
wezel (L265p Meijel, ...
L265p Meijel)
|
Hoe noemt u een soort marter, tot 48cm lang, met een staart tot 26cm. Het is een slank roofdier met donkerbruine pels en witte borstvlek die tot de binnenzijde van de voorpoten doorloopt (fluwijn) [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het slanke roofdiertje, geelbruin tot donkerbruin, met lange dekharen. De kop is spits met grote oorschelpen, het lichaam is lang en lenig. Het heeft een lange staart en korte poten; marter (fluwijn) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
22440 |
masker |
masker:
masker (L265p Meijel),
mombakkes:
mombakəs (L265p Meijel),
mōmbakəs (L265p Meijel),
mómbakkes (L265p Meijel)
|
Een min of meer naar de vorm van het gezicht gemaakte bedekking die dient om dit onherkenbaar te maken of er een bepaalde gedaante aan te geven [mombakkes, mommegezicht, bambakkes, masker]. [N 88 (1982)] || Mombakkes: naar de vorm van het gezicht gemaakte bedekking teneinde dit onherkenbaar te maken of er een bepaalde gedaante aan te geven.
III-3-2
|