e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
met driekwart van het zeil bij met half en de stormlap: me halǝf ęn dǝ stø̜rǝmlap (Meijel) Gezegd van een molen wanneer hij draait met driekwart van het zeil bij. [N O, 7h] II-3
met een kwart van het zeil mee de stormlap: me ˲dǝ stø̜rǝmlap (Meijel) Gezegd van een molen die draait met een kwart van het zeil bij. Zie ook afb. 44A. [N O, 7j; A 42A, add.; N O, 7h] II-3
met grote stappen lopen schrijden: sjreije (Meijel) stappen, grote ~ maken [stuppen] [N 10 (1961)] III-1-2
met halve zeilen mee een half zeil: me ǝn halǝf ˲zęjl (Meijel) Gezegd van een molen wanneer hij draait met de zeilen voor de helft opgerold. Zie ook afb. 44B. [N O, 7i; A 42A, add.; A 42A, 74 add.; N O, 5i; N O, 5h; N O, 7h] II-3
met kleine hapjes eten smullen: smeulle (Meijel) Hoe noemt U: Druk eten met kleine hapjes (busselen) [N 80 (1980)] III-2-3
met kleppers rondlopen klepperen: door de misdienaars  kleͅpərə (Meijel) Rondlopen met kleppers en ratels in de week vóór Pasen. [N 88 (1982)] III-3-2
met opgeheven staart rondlopen biezen: bēžǝ (Meijel) [N 3A, 9a; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
met sneeuwballen gooien sneeuwballen gooien: snöwballe gòjje (Meijel), snøͅwbalə gojə (Meijel) Met sneeuwballen naar elkaar gooien [ruiken]. [N 88 (1982)] || Sneeuwballen gooien: met sneeuwballen naar elkaar gooien. III-3-2
met snelheid over iets heen vliegen schieten: sjīētə (Meijel), vliegen: vliegen (Meijel) vliegen: Met snelheid over iets heen ~ (snoeken). [N 84 (1981)] III-1-2
met tussenpozen regenen af en toe regenen: af en toe réégənə (Meijel), buien: buie (Meijel), buiig: buijig (Meijel), zeveren: zîevərə (Meijel) af en toe regenen [veuren] [N 81 (1980)] || regenen bij tussenpozen [buien, sjoelen] [N 22 (1963)] III-4-4