e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
misweek misweek: meswēͅk (Meijel) Een misweek. [N 96B (1989)] III-3-3
miswijn miswijn: meswenj (Meijel), meswien (Meijel) De miswijn [mèswien?]. [N 96B (1989)] III-3-3
modder, slijk drabbik: drabbik (Meijel), drabbək (Meijel), modder: modder (Meijel), móddər (Meijel), todder: tootər (Meijel) modder, mengsel van aarde, vuil, allerlei organische stoffen met water [plamei, debber, pladedder, moor, dedder, plamoes, moes, kwet, drabbik, dwal] [N 81 (1980)] III-4-4
modderkruiper modderkruiper: modərkrypər (Meijel) weeraal: Hoe heet de weeraal of modderkruiper, een gestreept slangvormig visje met voeldraadjes aan de bek dat in sloten en poelen voorkomt en bij naderend onweer onrustig wordt? [N100 (1997)] III-4-2
modderschop modderschup: modǝršøp (Meijel), schuit: šūt (Meijel) Schop om de modder te verwijderen. De varianten in dit lemma zijn beperkt tot de opgaven van de enqu√™tevraag I, 27b, omdat hierin specifiek gevraagd wordt naar een ''schop die modder in het veengebied verwijdert''. [I, 27b] II-4
moe moeg: my:ch (Meijel) moe [RND] III-1-2
moed courage (fr.): couraas (Meijel), dapper: dapper (Meijel), moed: moe (Meijel) onverschrokkenheid in moeilijkheden en gevaren [moed, courage] [N 85 (1981)] III-1-4
moeder moeder: mōdər (Meijel), zi mooderis auwt  mooder (Meijel) moeder [DC 03 (1934)] || moeder: zn moeder is oud [DC 35 (1963)] III-2-2
moeder gods moeder gods: modder gods (Meijel), moeder van god: moeder van god (Meijel) De Moeder Gods, Moeder Godes [de Modder-Joaëdes]. [N 96D (1989)] III-3-3
moeder van smarten moeder van smarten: moeder van smarten (Meijel), mudər van smartə (Meijel) Een beeld van Maria die het dode lichaam van Jezus op de schoot draagt, piëta [moeder van smarten?]. [N 96A (1989)] III-3-3