e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

Gevonden: 8212
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beschimmelen bederven: bedurve (Meijel), beschimmelen: beschimmelt (Meijel), schimmelen: sjimmələ (Meijel), zuur worden: zoer (worden) (Meijel) Hoe noemt U: Werken van het brood, zodat het schimmelt (spinnen) [N 80 (1980)] III-2-3
beschuit met muisjes beschuit mee muisjes: besjutj mi meusjkes (Meijel), besjuts mi meusjkes (Meijel), beschuiten mee muisjes: Syst. WBD  besjutje mi meuskes (Meijel, ... ), besjutje mi mēūsjkes (Meijel, ... ) beschuit met muisjes || beschuit met muisjes; op kraamvisite (gaan) || Beschuiten met muisjes [N 16 (1962)] III-2-2, III-2-3
beschuitbol beschuitbol: bǝšøtjbǫl (Meijel), Syst. WBD  besjutjbol (Meijel) [N 29, 61; N 29, 60]Beschuitbollen, éénmaal gebakken en niet doorgesneden (bestelle?) [N 16 (1962)] II-1, III-2-3
beschuitdeeg beschuitedeeg: bǝšøtjǝdęx (Meijel) [N 29, 58] II-1
beschuitdoppen beschuiteblikjes: bǝšøtjǝblekskǝs (Meijel), doppen: dopǝ (Meijel) De vormen die bij het opbollen van beschuitdeeg gebruikt worden. [N 29, 59b; N 29, 59a] II-1
beschuitgelei mechanische zeep: mechanische zeep (Meijel) Honingzoet, ingrediënt voor de bereiding van beschuit" (z. Van Dale 9de druk blz. 235), is beschuitgelei. Vraag N 29, 57c luidde: "Welke andere stoffen worden aan het meel toegevoegd?" Op deze vraag kwamen allerlei verschillende antwoorden die tevens op verchillende stoffen of producten duidden. Een aantal opgaven betekent "beschuitgelei". Hiervan is een apart lemma gemaakt, waarin ook zijn opgenomen de "zeep"-opgaven. Heel waarschijnlijk is de "zeep" een ingrediënt van de gelei. Dus moet men de "zeep"-opgaven niet synoniem beschouwen met de "gelei"-opgaven. De antwoorden die vallen onder de woordtypen "vet", "vetstoffen", "boter", "zetmeel", "stroop", "blanke stroop", "honing", "glucose", "suiker", "bastaardsuiker", "Barbados-suiker", "zout", "eieren", "wit van ei", "eiwit", "eende-eieren", "gist", "natte gist'''', "heffe", "potas", zijn niet fonetisch gedocumenteerd. Uiteraard kunnen al deze genoemde stoffen ingrediënten zijn voor het bereiden van beschuit.' [N 29, 57c] II-1
beschuitmeel beschuitemeel: bǝšøtjǝmē̜l (Meijel) Meel voor het bereiden van beschuitdeeg. Momenteel wordt hier het beste meel voor gebruikt, vroeger wel eens tarwe- of griesmeel. [N 29, 57a] II-1
beschuitmes beschuitmes: bǝšøtjmɛs (Meijel) Mes dat gebruikt wordt bij het doormidden snijden van de beschuitbollen. [N 29, 62b] II-1
beschuitpap beschuitenpap: Syst. WBD  besjutjepap (Meijel, ... ), room mee beschuit: Syst. WBD  romme mi besjutj (Meijel) Melk met beschuiten (beschuitepap, luiwijvenpap, romme met bestelle?) [N 16 (1962)] III-2-3
besjes aan de aardappelplant knikkers: knekǝrs (Meijel) De besachtige groene vruchten die zich uit de bloemen van de aardappelplant ontwikkelen. Vroeger, voordat men pootaardappelen selecteerde uit de eigen oogst, werd uit deze vruchtjes van de plant pootzaad gewonnen. Het lemma bevat alleen meervouden. Bij goesbollen wordt door de zegslieden opgegeven dat ...kinderen deze bollen aan een lange twijg (steken) en dan de bollen zo ver mogelijk weggooien of zwiepen; goezen is "zwiepen". Warnant (1949, 175) vermeldt dit spel ook voor Waals Haspengouw. Het regelmatige voorvoegsel aardappel- of patatte- is hier weggelaten; zie het lemma Aardappel. Zie voor de fonetische documentatie van de varianten voor aardappel, ook datzelfde lemma Aardappel. [N 12, 7; L 32, 14; monogr.; add. uit JG 1b] I-5