e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
portefeuille portefeuille (fr.): portevuije (Meijel), portəfŭŭlie (Meijel) de kleine, platte, meestal leren, dubbele tas met vakjes, waarin mannen hun bankbiljetten, identiteitsbewijs enz. bij zich dragen [kamtas, portefoelie] [N 89 (1982)] III-3-1
portier portier: portier (Meijel  [(Emma / Maurits)]   [Eisden]), portīr (Meijel  [(Emma / Maurits)]   [Maurits]) De portier bewaakt dag en nacht de toegang tot de mijn. [N 95, 124; monogr.] II-5
pos baars: oude spelling snoekbaars is een andere soort  baars (Meijel), joodje: WBD  jŏĕtjə (Meijel) Hoe noemt u de pos: een zoetwatervis met een groenachtige bruine rug. De onderzijde is zilverwit. Hij is overdekt met bruine vlekjes, ook op de vinnen. Beide rugvinnen zijn door een vlies met elkaar verbonden. Hij kan ongeveer 20cm lang worden (post, pos, [N 83 (1981)] III-4-2
postbode post: poost (Meijel, ... ), poəst (Meijel), postbode: postbode (Meijel) de persoon die de post bezorgt [bode, postbode, fak, fakteur, briefdrager, postknecht, postloper, post] [N 90 (1982)] || postbode [RND] III-3-1
postelein postelein: pòstelein (Meijel), pòstəléjn (Meijel) [DC 69 (1994)]Hoe noemt u: postelein 1) portulaca oleracea - fam. portulacaceae = zomerpostelein 2) claytonia perfoliata - fam. portulacaceae = winterpostelein [N 71 (1975)] I-7
postkoets diligence (fr.): diliejonse (Meijel), postkoets: postkoets (Meijel, ... ) een reiswagen in geregelde dienst voor het vervoer van passagiers [postkoets, post, postkaars, diligence] [N 90 (1982)] III-3-1
postzegel postzegel: poostzeegəl (Meijel), pooszegel (Meijel) het rechthoekige gekleurd stukje papier dat men op brieven etc. plakt om daarmee de port te betalen [postzegel, kopje, tember, zegel] [N 90 (1982)] III-3-1
poten poten: pōtǝ (Meijel) In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b] I-5
poten verwijderen poten derafsnijden: pȳǝt draf snęjǝ (Meijel) Als de poten zijn afgehuid, verwijdert men ze in het eerste gewricht (gerekend vanaf de hoef). De poten worden van het lijf gesneden, gekapt of gezaagd. [N 28, 48; monogr.] II-1
potlood potlood: potloejd (Meijel), potloeëd (Meijel), pótlôet (Meijel) een met hout omgeven staafje grafiet om mee te schrijven of te tekenen [potlood, crayon] [N 87 (1981)] III-3-1