e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

Gevonden: 8212
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bezadigd gemoedereerd: gemoedereerd (Meijel), stil: stil (Meijel) zeer kalm [bezadigd, bedaard, gemoedereerd] [N 85 (1981)] III-1-4
bezem bezem: be̞səm (Meijel) bezem [RND] III-2-1
bezemsteel steel: stēl (Meijel) bezemsteel [RND] III-2-1
bezet, kim onderste rand: ondǝrstǝ rant (Meijel) Extra stevige rand aan de onderzijde van de mand, die uit drie tot vijf bezetwissen wordt vervaardigd. Zie ook het lemma ɛbezetwisɛ.' [N 40, 59] II-12
bezetten onder de rand vlechten: ondǝr dǝ rant vlɛxtǝ (Meijel) Het vlechten van de onderste rand van de mandwand. [N 40, 60] II-12
bezetwissen dunnere wissen: dønǝrǝ wesǝ (Meijel) De lange, sterke wissen die men gebruikt om de onderste, verstevigde rand van de mand te vlechten. [N 40, 61] II-12
bezig bezig: bezig (Meijel), doende: doende (Meijel) werkzaam aan of met iets bezig zijn [bezig, onledig, ollig, doende, gesteld [zijn aan]] [N 85 (1981)] III-1-4
bezig zijn doende zijn: doendə zin (Meijel), werken: werken (Meijel) werkzaam aan of met iets bezig zijn [bezig, onledig, ollig, doende, gesteld [zijn aan]] [N 85 (1981)] III-1-4
bezoek bezoek: bezoek (Meijel), bezuuk (Meijel), bəzūūk (Meijel) de personen die op bezoek komen [bezoek, visite, volk] [N 87 (1981)] III-3-1
bezoeken bezoeken: bezuke (Meijel), bəzūūkə (Meijel), opzoeken: opzuuke (Meijel), zieke, een -: zīēkə (Meijel) een zieke bezoeken [randen] [N 87 (1981)] III-3-1