28533 |
reservevolkje |
reservevolkje:
rǝsɛrvǝvø̜lkskǝ (L265p Meijel)
|
Klein volkje met koningin. Het is opgezet met het doel een eventueel moerloos volk aan een jonge koningin te helpen. Dit verkrijgt men door het (te) vele nazwermen. [N 63, 40b]
II-6
|
20559 |
rest in het glas |
beetje, een -:
een bitje
bitjə (L265p Meijel),
klatsje:
kletskə (L265p Meijel),
klètske (L265p Meijel),
een kletske
kletskə (L265p Meijel)
|
restje; Hoe noemt U: Kleine hoeveelheid bier onder in een glas (kletske) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24302 |
restant vissen |
forel:
komt niet in Meijel voor
forəl (L265p Meijel),
zalm:
zalm (L265p Meijel)
|
forel [N102 (1998)] || zalm [N100 (1997)]
III-4-2
|
24230 |
restant vogels |
bruin duikeendje:
witoogeend: roodbruin duikeendje, verwant met de kuifeend (bruintje, witoogeend, duikelder)
brunj duukendje (L265p Meijel),
eend:
brilduiker: wit en zwarte eend, de woerd heeft een ronde witte veer naast zijn oog; het wijfje is grijs met bruine kop (brilduiker, duikelder)
end (L265p Meijel),
krakeend: donkere grijsbruine zwemeend met witte vleugelspiegel (kraker, krakeend, krek, schar, krak, kreest, krust)
end (L265p Meijel),
geoorde fuut:
geoorde fuut (30 kleiner en zeldzamer dan fuut [121]; gele oorpluimpjes; zomervogel; broedt hier en daar in vennen; roep [wuuiet]
gəoͅrdə fytjə (L265p Meijel),
grauwe gans:
gans: grauwe gans (± 80 net een tamme gans zonder wit; oranje bek; roep gelijk tamme gans
grōͅu̯ gans (L265p Meijel),
huismus:
husjmus (L265p Meijel, ...
L265p Meijel),
krooneend:
krooneend: eend met grote roodbruine kop en een rode snavel; het wijfje heeft slechts een bruine kop (krooneend, kroonkop)
kroën end (L265p Meijel),
kruisbek:
alleen in kandidaatsscriptie
krusjbèk (L265p Meijel),
kuifeendje:
kuifeend (43 zwart-wit duikeendje met hangkuifje; broedt hier nu ook
kyfeͅntjə (L265p Meijel),
mannetje-mus:
overgebracht van wijfje naar mannetje (066b)
menneke-mus (L265p Meijel),
mus:
mus (L265p Meijel, ...
L265p Meijel),
pijlstaart:
pijlstaart (56 bruine kop; witte nek; puntstaart; meest op trek
pilstart (L265p Meijel),
slobeend:
slobeend (51 groene kop; witte nek; bruine borst; brede platte bek
sloͅbeͅnt (L265p Meijel),
smient:
smient (46 bruine kop met gele bles; grijs boven; maakt fluit geluid; trek en winter
smint (L265p Meijel),
tafeleend:
tafeleend (46 grijs; met bruine kop; zwarte borst; alleen op trek en s winters
toͅfəleͅnt (L265p Meijel),
wijfje-mus:
overgebracht van mannetje naar vrouwtje (066a)
wiefke-mus (L265p Meijel)
|
brilduiker [N 83 (1981)] || geoorde fuut [N 09 (1961)] || grauwe gans [N 09 (1961)] || krakeend [N 83 (1981)] || krooneend [N 83 (1981)] || kruisbek || kuifeend [N 09 (1961)] || mannelijke huismus (ruigeltje) [N 83 (1981)], [N 83 (1981)] || pijlstaart [N 09 (1961)] || slobeend [N 09 (1961)] || smient [N 09 (1961)] || tafeleend [N 09 (1961)] || vrouwelijke huismus (moffelkop) [N 83 (1981)], [N 83 (1981)] || witoogeend [N 83 (1981)]
III-4-1
|
23674 |
retraite |
retraite (fr.):
retraite (L265p Meijel),
rətrēͅt (L265p Meijel)
|
Enige dagen van geestelijke afzondering en gebed in een klooster of een daarvoor bestemd huis [retraite?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23677 |
retraitehuis |
retraitehuis:
retraetehoes (L265p Meijel),
rətrēͅtəhøsj (L265p Meijel)
|
Een huis of inrichting waar retraites worden gehouden, retraitehuis. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18085 |
reumatiek |
reumatiek:
rimmetiek (L265p Meijel, ...
L265p Meijel),
rimmətiĕk (L265p Meijel)
|
Reumatiek: aandoening van spieren en gewrichten met veel pijn (flerecijn, rumatis, vliegende vaan, rimmetiek, krimmetiek). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
25438 |
reuzel |
reuzel:
rø̄zǝl (L265p Meijel),
veer:
%%meervoud%%
vē̜rǝ (L265p Meijel)
|
Bladvet, vetweefsel tegen de achtervlakte van de buik bij varkens. Het zijn twee platen vet. Men hangt ze op een stok te drogen (P 107a) en vervolgens worden ze in vierkante stukjes gesneden. Algemeen gebruik is dat deze vierkante stukjes worden gebraden tot "kaantjes". Het vet dat na het uitbakken overblijft, gebruikt men als smeer- of bakvet. [N 28, 75; N 28, 76; monogr.]
II-1
|
20633 |
reuzel, bladvet |
reuzel:
Syst. WBD
reuzel (L265p Meijel, ...
L265p Meijel),
veer:
Syst. WBD
véér (L265p Meijel)
|
Ongesmolten varkensvet, reuzel, (vlieze, vieze, vizze, reuzel?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
18265 |
revers |
kraag:
krax (L265p Meijel),
revers:
rǝvē̜r (L265p Meijel),
revers (fr.):
revèrs (L265p Meijel),
rəvēͅr (L265p Meijel)
|
de omslag van de kraag op de borst (revers?) [N 59 (1973)] || De omslag van de kraag op de borst. [N 59, 124; N 62, 31d; MW] || Hoe noemt U: de revers? [N 62 (1973)]
II-7, III-1-3
|