e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slordig, verkeerd naaien frotten: frotǝ (Meijel), tornen: tōrzǝ (Meijel) [N 62, 25; MW] II-7
sluier sluier: sluier (Meijel) sluier, lange witte ~ met een kroontje van wasbloempjes, hoofdtooi van Communiemeisjes [N 25 (1964)] III-1-3
sluik haar bles: blisse (Meijel), recht haar: rēchte (Meijel) recht, sluik haar [N 10 (1961)] III-1-1
sluimeren dutselen: dotsele (Meijel) sluimeren [drooze, knikkebolle] [N 10 (1961)] III-1-2
sluipen kruipen: krupen (Meijel), krŭŭppə (Meijel), sluipen: sluipen (Meijel), slupen (Meijel) Sluipen: zich in alle stilte voortbewegen zodat niemand het merkt (sluipen, kruipen, slippen, gluipen). [N 84 (1981)] III-1-2
sluis sluis: sleusj (Meijel), slōēs (Meijel) de inrichting waardoor twee wateren naar believen gescheiden of met elkaar in verbinding gebracht kunnen worden (sluis, erk, sas) [N 90 (1982)] III-3-1
sluisdeur schuif: sjuuf (Meijel) het ophijsbare deel van een sluis (schoft) [N 90 (1982)] III-3-1
sluismeester sluisbaas: slōēsbaos (Meijel), sluismeester: slōēsméster (Meijel), sluiswachter: sleusjwachtər (Meijel) de persoon die belast is met het toezicht op en het gebruik van een sluis, vooral van schutsluizen (sasmeester, sluismeester, sasser, sassenier) [N 90 (1982)] III-3-1
sluiten (van grond) sluiten: gesloote (Meijel), vast worden: vaast wéérə (Meijel) hard worden, gezegd van aarde [vervloeren, sluiten] [N 81 (1980)] III-4-4
sluiting aan de ovendeur klink: klink (Meijel) Getuige de opgaven komen er verschillende manieren van sluiten voor variërend van heel eenvoudige tot meer technische. Volgens de informant van P 56 wordt er daar simpelweg een stok tegen de ovendeur geplaatst. Volgens de zegspersoon uit L 372 gebeurt dit sluiten met een (kløpǝl) door de boer, terwijl de bakker gebruik maakt van een (sxǫw). [N 29, 2c; N 29, 2a; N 29, 2b] II-1