18428 |
soorten mouwen |
kimono:
Aangeknipte mouw [Zie afbeelding van informant]
kimono (L265p Meijel),
raglan:
[Zie afbeelding van informant]
raglan (L265p Meijel)
|
Welke soorten mouwen kent U (pofmouw, puntmouw etc.?). Beschrijf hoe deze er uit zien [N 62 (1973)]
III-1-3
|
28833 |
soorten patronen of dessins |
bloempje:
blymkǝ (L265p Meijel),
bolletje:
bø̜lǝkǝ (L265p Meijel),
figuurtje:
figyrkǝ (L265p Meijel),
ruitje:
røtjǝ (L265p Meijel),
strijpje:
stripkǝ (L265p Meijel)
|
Diverse patronen of motieven in de stof. [N 62, 74b; MW]
II-7
|
18435 |
soorten rokken |
aangerimpelde rok:
[Zie tekening van de informant]
aangerimpelde rok (L265p Meijel),
rok met volants (fr.):
[Zie tekening van de informant]
rok mi vlange (L265p Meijel)
|
Welke soorten kent U? Beschrijf hoe ze er uit zien (klokrok of geerrok, plooirok, hoepelrok etc.?)? [N 62 (1973)]
III-1-3
|
21739 |
soorten soldaten |
cavalerie (fr.):
kavelerie (L265p Meijel),
grenadier:
Van Dale: grenadier, 1. (eert.) soldaat die handgranaten wierp, (later) keursoldaat der infanterie.
grénedier (L265p Meijel),
kanonnier:
kanonnier (L265p Meijel),
zandhaas:
Van Dale: zandhaas, 2. (spott.) ben. voor infanterist.
zandhaas (L265p Meijel)
|
welke verschillende soldaten onderscheidt u [piot, zandhaas, kalkvreter] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
34118 |
soortige koe |
gesloten koe:
gǝslōtǝ ku (L265p Meijel)
|
Koe die harmonisch van bouw is. [N 3A, 140]
I-11
|
33224 |
sorteermachine |
aardappelenmolen:
ɛrǝpǝlǝmø̄lǝ (L265p Meijel)
|
Het toestel bestaande uit enkele schuddende zeven met gaten van verschillende afmetingen waar de aardappelen overheen worden geleid en naar grootte gesorteerd. [N 12, 32]
I-5
|
33222 |
sorteren met de hand |
uitzoeken:
øtjzȳkǝ (L265p Meijel)
|
Vroeger werden vaak de grote van kleine aardappelen gescheiden bij het rapen zelf op het veld; zie de toelichting bij het lemma Aardappelmand. Tegenwoordig worden de aardappelen op de boerderij gesorteerd; niet meer met de hand maar met een sorteermachine. Zie het lemma Sorteermachine. [N 12, 31; JG 1a, 1b gedeeltelijk, 1c, 2c; monogr.]
I-5
|
33223 |
sorteren met de machine |
sorteren:
sǫrtērǝ (L265p Meijel)
|
Zie de toelichtingen bij de lemmaɛs Sorteren Met De Hand en Sorteermachine. [N 12, 33]
I-5
|
29065 |
sousbras |
sousbras:
subras (L265p Meijel)
|
Schuingesneden zemen of gummi lapje, in de armsgaten van japonnen en mantels gedragen tegen het doorzweten in de oksels. [N 59, 132]
II-7
|
34576 |
spaak |
speek:
spiǝk (L265p Meijel),
speken:
spiǝkǝ (L265p Meijel)
|
Elk van de houten staven die de verbinding vormen tussen de velg van het wiel en de naaf. Afhankelijk van de omtrek van het wiel zijn er tien tot zestien spaken. Er zijn twee soorten spaken: ronde en platte. Voor zover ze specifieke benamingen krijgen, worden ze behandeld onder A resp. B. [N 17, 61a-b + 62a-b; N 18, 99; N G, 44a; JG 1a; JG 1b; JG 2b; S 34; A 4, 20b; L 20, 20b; L 7, 13; monogr.]
I-13
|