22841 |
spel (alg.) |
spel:
en spaell (L265p Meijel)
|
spel [GTRP (1980-1995)]
III-3-2
|
18390 |
speld |
spelde:
spɛ̄l (L265p Meijel)
|
Puntig, van een kop voorzien metalen stiftje om iets in weefsel vast te steken of te bevestigen op of aan iets anders. [N 62, 50a; L 7, 20; L 14, 24; L B1, 73; R 14, 8a; MW; Wi 7; S 34; monogr.]
II-7
|
25467 |
speld waarmee men de darmen schoonmaakt |
haarspeld:
hǭrspɛl (L265p Meijel),
hǭrspɛǝl (L265p Meijel)
|
Een speld, meestal een haarspeld, vouwt men dubbel; de darm wordt tussen deze twee stukken geklemd en dan tussen beide stukken doorgetrokken, waardoor de mest eruit wordt geperst. De darm moet natuurlijk wel nog uitgekookt worden. [N 28, 118]
II-1
|
28970 |
spelden |
afspelden:
afspɛldǝ (L265p Meijel)
|
Met spelden stukken kleding of panden aan elkaar vastspelden. [N 59, 74; L 7, 20; S 34]
II-7
|
28884 |
speldenkussen |
naaldenkussentje:
nǫldǝkøskǝ (L265p Meijel),
speldenkussentje:
spɛldǝkøskǝ (L265p Meijel),
spɛlǝkøskǝ (L265p Meijel)
|
Kussentje waarop men de spelden en naalden steekt. De informant van Q 198 merkt op dat hij de naalden op zijn vest (kamizool) of op een stukje stof aan de muur speldde. Zie afb. 11. [N 59, 13a; N 62 68; L 45, 19; Gi 1.IV, 64; MW; monogr]
II-7
|
22383 |
spelen (alg.) |
spelen:
speuhle (L265p Meijel),
speule (L265p Meijel)
|
Als je klaar bent mag je gaan spelen. [DC 35 (1963)] || spelen [GTRP (1980-1995)]
III-3-2
|
22101 |
spelen voor een prijs |
gokken?:
gokke (L265p Meijel),
poulen (<fr.):
poele (L265p Meijel),
voor prijs vliegen:
vør preš vlīgə (L265p Meijel)
|
Hoe heten de volgende combinatiemogelijkheden bij het inleggen/inzetten: spelen voor prijs? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22327 |
spelletje |
partijtje:
pertéjke (L265p Meijel),
pərteͅjkə (L265p Meijel),
potje:
putje (L265p Meijel),
pøtjə (L265p Meijel),
spelletje:
spellek (L265p Meijel)
|
Het spelen van een spel door twee of meer personen [partijtje, potje, spelletje]. [N 88 (1982)] || Partijtje: spelen van een spel door twee of meer personen. || Potje: spelen van een spel door twee of meer personen.
III-3-2
|
20165 |
spenen |
afwennen:
afwénnə (L265p Meijel),
selecteren:
sullektere (L265p Meijel),
spenen:
Note v.d. invuller: ter plaatse heet een speen: fiep.
spene (L265p Meijel),
uit elkaar gooien:
øtj ɛlkār goͅjə (L265p Meijel),
van de borst af:
van de boorst af (L265p Meijel),
van de borst doen:
van de boorst doe (L265p Meijel),
van de meer afdoen:
van dǝ mē̜r afdū (L265p Meijel)
|
Het veulen het zuigen ontwennen. [JG 1a, 1b; N 8, 59] || Hoe heet verder: het apart zetten, spenen van de jongen? [N 93 (1983)] || spenen; een kind van de speen of de borst afwennen [spenen, spanen] [N 86 (1981)]
I-9, III-2-2, III-3-2
|
17719 |
sperma |
sperma:
sperma (L265p Meijel, ...
L265p Meijel),
zaad:
zaad (L265p Meijel)
|
Sperma: het mannelijk zaad (foeter, natuur, sperma). [N 84 (1981)]
III-1-1
|