e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vastentijd vasten: vāstə (Meijel), vastentijd: vaastentitj (Meijel) De periode van Aswoensdag tot Pasen (de grote vasten, vastentijd). [N 96C (1989)] III-3-3
vastpennen pennen: pęnǝ (Meijel) Een ruit met behulp van glaspennen, haaks omgezette stukjes blik met een uitgeperste punt, in de sponning vastzetten. [N 67, 90d] II-9
vechten vechten: fɛ:xtə (Meijel), vèchte (Meijel), vèèchtə (Meijel), vêgte (Meijel) Hij deed geheel de wereld vechten. [RND] || ruzie maken en daarbij gebruik maken van handen, armen en benen [kempen, kebberen, vechten] [N 85 (1981)] III-3-1
vee beesten: bęstǝ (Meijel) Alle huisdieren samen: paarden, runderen en kleinvee. Vergelijk het lemma ''veestapel'' (13.12) in deze aflevering. [A 11, 4; JG 1a; RND 4, 31; RND 7, 31; RND 8, 31; RND 10, 31; Wi 52; N C, add.; Vld.; monogr.] I-11
vee fokken fokken: fǫkǝ (Meijel) Het houden van vee met als doel de vermenigvuldiging van de dieren. Objecten als "vee" en "koeien" zijn in dit lemma niet gedocumenteerd. [N Q, 10b; monogr.] I-11
vee houden een schone stal vee hebben: ǝnǝ šǫnǝ stal viǝ hębǝ (Meijel), houden: hāu̯ǝ (Meijel) Het houden van vee in het algemeen. De opbjecten "vee", "beesten", "koeien" e.a. worden in dit lemma niet gedocumenteerd. [N Q, 10a] I-11
veegvast veegvast: vɛ̄x˲vast (Meijel) Gezegd van verf die na droging bij aanraking niet afgeeft. [N 67, 75c] II-9
veel drinken zuipen: zoepe (Meijel), zŏĕppə (Meijel), zupə (Meijel), zoepen  zŏĕppə (Meijel) drinken; Hoe noemt U: Veel en met graagte drinken (loeriën, leerzen) [N 80 (1980)] || zuipen [DC 35 (1963)] || zuipen, onmatig drinken [DC 38 (1964)] III-2-3
veel geld waard veel geld waard: veul (gelt) wert (Meijel) veel geld waard: Die oude eikehouten kast is - - - [DC 39 (1965)] III-3-1
veel moeten betalen brokken: brokke (Meijel), veel onkosten hebben: veul ónkeustə hébbə (Meijel) veel kosten hebben, veel moeten betalen [brokken] [N 89 (1982)] III-3-1