e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verplichting moet: unne moet (Meijel), moeten: moeten (Meijel) het verplicht zijn [moetert, verplichting] [N 85 (1981)] III-1-4
verpulveren verkruimelen: verkrummele (Meijel) tot poeder maken of worden [miezelen, verpulveren] [N 91 (1982)] III-4-4
verschaald kapot: kapoot (Meijel), kəpót (Meijel), kepot  kəpot (Meijel), verschaald: versjaalt (Meijel) verschaald; Hoe noemt U: Door lang staan geur en kracht verloren hebbend, gezegd van bier (verschaald) [N 80 (1980)] III-2-3
verschieten verschieten: versjüte (Meijel), vərsjīētə (Meijel) anders worden van kleur door het (zon)licht, gezegd van bijv. kledingstukken [verschieten, afgaan] [N 91 (1982)] III-4-4
verschijning verschijning: versjiening zeen (Meijel), ən vərsjeͅjneŋ heͅbə (Meijel) Een verschijning hebben/krijgen. [N 96D (1989)] III-3-3
verschuldigd zijn schuld hebben: sjeult hébbə (Meijel), schuldig zijn: sjuldig (Meijel) verplicht te betalen [schuldig (zijn), plichtig zijn, gelden] [N 89 (1982)] III-3-1
verse koe verse koe: vǫrsǝ kū (Meijel), verse maal: vǫrsǝ mǭl (Meijel) Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60] I-11
versieren (met bloemen) sieren: sīrə (Meijel, ... ), tooien: tooije (Meijel), tooje (Meijel) Het versieren van de straten op de dag(en) vóór de processie [tsere]. [N 96C (1989)] || Met bloemen versieren (bijv. iemands huis of stoel) bij een feest [pelen, braaien, meien, paleren]. [N 88 (1982)] III-3-2
versieringsrand feston: fɛston (Meijel) Een smallere of bredere rand ter versiering. [N 61, 7] II-7
versiersel brensje: brenske (Meijel), smuk (<du.): smoek (Meijel), versiering: vərsĭĕrəng (Meijel) voorwerpen die tot versiering dienen [sier, smeer, smuk, opsmuk, opschik, tooi] [N 86 (1981)] III-1-3