e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

Gevonden: 8212
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bloem mengen ondereenroeren: ondǝręnrȳrǝ (Meijel) De verschillende soorten bloem die de bakker koopt, gaat hij mengen met het doel een zo goed mogelijk product te verkrijgen. Hij meleert de verschillende soorten bloem in bepaalde verhoudingen. Dit kan het beste gebeuren in de z.g.n. meleermachine. Men kan niet zo maar de verschillende bloemsoorten bij elkaar storten. Moet men met de hand mengen, dan is vereist de verschillende soorten eerst door elkaar te mengen. Stort men de bloem in de deegmachine , dan moet men deze enkele minuten laten draaien, waardoor men de soorten voldoende mengt (Schoep blz. 38) II-1
bloem van zeer harde, droge tarwekorrels patentbloem: patɛntblum (Meijel) Over het algemeen kan men zeggen dat harde tarwe buitenlandse tarwe is en inlandse tarwe zachte (Schoep blz. 7). [N 29, 15a] II-1
bloembol bloembol: eigen spellingsysteem  bloembol (Meijel, ... ), oude spellingsysteem  bloembol (Meijel), bol: Nijmeegs (WBD)  bol (Meijel), juin: eigen spellingsysteem  jun (Meijel), kliester: oude spellingsysteem kleine bolletjes die aan de bol onderaards groeien  klisters (Meijel) Het onderaards, met dikke balden bolvormig bekleed stengeldeel, waaruit een bloem kan groeien; een bloembol (klieste, klister, kleister, bol, bloembol, knol, ajuin). [N 82 (1981)] III-4-3
bloementuin tuin: toeng (Meijel) [Willems (1885)] I-7
bloemknop bloemknop: oude spellingsysteem  bloemknop (Meijel), knoopje: eigen spellingsysteem  knupke (Meijel), knop: eigen spellingsysteem  knop (Meijel), Nijmeegs (WBD)  knóp (Meijel) De knop waaruit een bloem groeit (bot, bloembot, bloemknop). [N 82 (1981)] III-4-3
bloemkool bloemkool: bloemkol (Meijel, ... ), blŏĕmkòḷ (Meijel) bloemkool als gerecht [N Q (1966)] || bloemkool, als plant of gewas [N Q (1966)] || Hoe noemt u de volgende soorten kool (brassica oleracea L. - fam. cruciferae): bloemkool (brassica eleracea botrytis) (Eigenlijk geen bladgroente) [N 71 (1975)] I-7, III-2-3
bloemton ton: tōn (Meijel) De ton waarin de bloem bewaard wordt. [N 29, 17] II-1
bloemzak zak: %%meervoud%%  zɛk (Meijel) De zak waarin de bloem bewaard wordt. [N 29, 17] II-1
bloesem bloem: (= bloessem).  blŏĕm (Meijel), bloesem: blŏĕssəm (Meijel) Welke dialectbenamingen van bloesem, vruchten etc. van bomen en struiken kent u? [N 74 (1975)] I-7
blokhak blokhak: blǫkhak (Meijel) Een halve Franse hak, ter hoogte van 3 cm, voor damesschoenen. [N 60, 126c; N 60, 126b; N 60, 126d] II-10