34447 |
vrouwelijke geit |
geit:
gē̜tj (L265p Meijel)
|
[N 77, 82; N 77, 79; JG 1a, 1b; N 19, L 322 add.; monogr.]
I-12
|
24440 |
vrouwelijke haas |
moer:
moer (L265p Meijel),
mūr (L265p Meijel),
moerhaas:
mūrhās (L265p Meijel)
|
Haas, wijfjeshaas [N 94 (1983)]
III-4-2
|
20124 |
vrouwelijke kat |
kat:
cassettebandje
kat (L265p Meijel),
WBD
kat (L265p Meijel),
moerkat:
WBD
mŏĕrkat (L265p Meijel),
poes:
\'oude\' spelling
poes (L265p Meijel),
cassette
poes (L265p Meijel, ...
L265p Meijel)
|
Hoe noemt u een vrouwelijke kat (moederkat, kattin, poes) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
34473 |
vrouwelijke kip |
hen:
hē̜n (L265p Meijel)
|
De hen is het wijfje van het tamme huishoen. [N 19, 37; Wi 13; Wi 14; Wi 17; NE II, 10; Gwn 5, 14; A 11, 1c; A6, 1b; L 6, 20a; L 22, 22; L 28, 35; L 42, 5; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; JG 1a, 1b; S 14; L 1a-m; Vld.; monogr.]
I-12
|
24455 |
vrouwelijke vis |
kuitvis:
cassettebandje
kutj vis (L265p Meijel),
vis:
cassettebandje
vis (L265p Meijel)
|
Hoe noemt u een vrouwelijke vis (kuiter, kuitvis, moedervis, kuit) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
23362 |
vrouwenkant |
epistelkant:
əpestəlkānt (L265p Meijel),
vrouwenkant:
vrouwekant (L265p Meijel),
vrouwluikant:
vroͅlikānt (L265p Meijel),
wijvenkant:
wieverkant (L265p Meijel)
|
De rechterhelft van de kerk, het gedeelte rechts van het middenpad, dat bestemd was voor de vrouwen [epistelkant, vrouwenkant, vrouwliekant?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
18672 |
vrouwenkleren |
vrouwenkleren:
vroͅwəkliər (L265p Meijel),
vrouwluidingen:
vrŏlie dinge (L265p Meijel),
vòlliedingen (L265p Meijel),
vrouwluikleren (mv.):
vòllieklieër (L265p Meijel)
|
vrouwenkleren || vrouwenkleren [t vrouwendinge, de schörte] [N 23 (1964)] || Vrouwenkleren. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
30871 |
vrouwenleest |
vrouwlieleest:
vrǫlilest (L265p Meijel)
|
De leest voor vrouwenschoenen. Het betreft de maten 36 tot en met 43. [N 60, 186e]
II-10
|
18576 |
vrouwenondergoed |
ondergoed voor de vrouw:
ondərgu vør də vroͅw (L265p Meijel)
|
Ondergoed voor vrouwen. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18598 |
vrouwenonderhemd? |
hemd:
heͅmt (L265p Meijel),
onderhemd:
ondərheͅmt (L265p Meijel),
vrouwluihemd:
vroliehempd (L265p Meijel),
vòlliehémt (L265p Meijel)
|
onderhemd voor vrouwen [N 25 (1964)] || Onderhemd voor vrouwen. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van vrouwen? [DC 62 (1987)] || vrouwenhemd
III-1-3
|