e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

Gevonden: 8212
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boter inleggen zouten: zǫu̯tǝ (Meijel) Techniek om de boter zo lang mogelijk te kunnen bewaren. Hierbij werd er zo min mogelijk gekneed. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [R 3, 76 en 77; Ge 22, 118; monogr.] I-11
boterham boterham: Syst. WBD  bottram (Meijel), bŏtteram (Meijel) Een boterham (stuk, botteram?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterham (kinderwoord) bam: Syst. WBD  bam (Meijel), bammetje: Syst. WBD  bammeke (Meijel, ... ) Kinderwoord voor boterham (bam, boo?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterham met kaas boterham mee kaas: Syst. WBD  bŏtterham} mi kīē:s (Meijel), bŏtterham} mi kéés (Meijel) Boterham met kaas (keesbam, keistaat, sjmouer?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterham met vet boterham mee vet: Syst. WBD  botərham me vɛt (Meijel) Boterham met vet (sjmouer?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterhammen botterhams: botrams (Meijel) Boterhammen worden in de etenszak meegenomen. [II, 2c] II-4
boterkussentje boterbabbel: bòòterbabbel (Meijel), karamel: karmèl (Meijel), snoepje: snuupke  snŭŭpkə (Meijel) boterkussentje; Hoe noemt U: Een met boter bereid snoepje (boterkussentje, kokkien, suikerspek) [N 80 (1980)] III-2-3
boterlepel boterspaan: bŏterspaon (Meijel), holteren lepel: høltǝrǝ lepǝl (Meijel) Lepel om de boter mee te kneden. Er bestaan platte lepels en lepels met ribbels. Deze laatste worden spaan genoemd. De lepels zijn van hout gemaakt. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [A 7, 20; N 12, 61; N 12, 61 add.; Ge 22, 4; monogr.] || lepel, houten ~; inventarisatie benamingen (boterspaan); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] I-11, III-2-1
botervlootje boterschoteltje: bŏttersjuttelke (Meijel), schotel: sjŏttel (Meijel) botervlootje [N 20 (zj)] III-2-1
botteriken hekken: hękǝs (Meijel) De ladderachtige constructies die vóór en achter op de hooikar worden geplaatst om de laadcapaciteit te vergroten. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en afbeelding 16, de foto''s b en c. De term ladders ("ledders" en "leren") wordt zowel voor de botteriken als voor de zijladders gebruikt; zie het lemma ''zijladders van de oude kar''. Het lemma bevat alleen meervouden.' [N 17, 70; JG 1a, 1b, 2a; add. uit N 17, 40 en A 41, 24; monogr.] I-3