e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melderslo

Overzicht

Gevonden: 625
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lam lam: lām (Melderslo), lammetje: lɛmkǝ (Melderslo), schaapje: sxø̜pkǝ (Melderslo) Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] I-12
landerijen land: lā.nt (Melderslo) Het geheel van bebouwde akkers, weilanden en velden, behorend bij een boerderij. [N 6, 33a; N 5A, 76d; A 10, 3; A 11, 4; A 20, 1b; JG 1b, 1d; L 37, 11a; L 38, 23; L 44, 27; Vld.; monogr.] I-8
langpootmug hooiwagen: huejwagen (Melderslo) langpootmug [DC 18 (1950)] III-4-2
lebmaag lebmaag: lɛb˱māx (Melderslo) De vierde of eigenlijke maag van de koe, de maag met heel grove uitsteeksels aan de binnenkant. Via de lebmaag gaat het voedsel in de darmen over. [N 28, 84; A 9, 11d] I-11
leeg, niets bevattend leeg: leèg (Melderslo) leeg (ijdel, ijl, laas) [DC 03 (1934)] III-4-4
lepel lepel: laepel (Melderslo) lepel [DC 35 (1963)] III-2-1
libel en waterjuffer glazenmaker: glazenmaker (Melderslo), glazensnijder: glazensneijer (Melderslo) libel, grote soort, ong. 7 cm, bruinachtig [DC 27 (1955)] || libel, kleine soort, ong. 5 cm, met blauwe en zwarte banden [DC 27 (1955)] III-4-2
lied, liedje liedje: litsjə (Melderslo) liedje [RND] III-3-2
lijnzaadpap lijzensmeelpap: lezǝsmɛǝlpap (Melderslo) De "pap", ofwel het vloeibare veevoer dat van lijnzaadmeel wordt gemaakt. De zegsman uit Maastricht merkt op dat de pap ook medicinale kracht heeft en gebruikt wordt om op een wond te leggen. Indien in samenstellingen met lijnzaad- dit woorddeel onverkort is gebleven en gelijk aan de opgave voor lijnzaad in dat lemma, dan is hier naar de variant van het lemma Lijnzaad, Vlaszaad verwezen. Voor de typen lijzend en lijzens naast lijzaad zie de toelichting bij het lemma Lijnzaad, Vlaszaad. [RND 31; monogr.; add. uit L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59] I-5
lijsterbes lijsterkral: -  liesterkrallen (Melderslo, ... ) lijsterbes (Sorbus aucuparia) [DC 26 (1954)] III-4-3