| 21263 |
motor |
moter:
moətər (L246b Melderslo)
|
motor [RND]
III-3-1
|
| 21264 |
motorfiets |
stoomfiets:
stuəmfits (L246b Melderslo)
|
motor [RND]
III-3-1
|
| 25100 |
motregenen, licht regenen |
smoezelen:
smoelzele, ’t smoezelt (L246b Melderslo)
|
motregen, het motregent (regen met heel fijne druppels). [DC 30 (1958)]
III-4-4
|
| 24356 |
mug |
mug:
mug (L246b Melderslo)
|
steekmug [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
| 20598 |
muik |
muik:
a = tussen a en e; was een geheime bergplaats
mo-ak (L246b Melderslo)
|
Kent u een woord voor een geheime bergplaats voor onrijp fruit? Vroeger legden de kinderen vruchten, vooral appels, die ze onrijp geplukt hadden, op een verborgen plekje in het hooi of stro om zacht te worden. Voorbeelden met woorden voor deze bergplaats [DC 31 (1959)]
III-2-3
|
| 18308 |
muiltje |
slof:
sloofen (L246b Melderslo)
|
Hoe noemt men de muilen? [DC 09 (1940)]
III-1-3
|
| 24357 |
muis |
muis:
mōēs (L246b Melderslo)
|
muis [DC 35 (1963)]
III-4-2
|
| 18418 |
muts: algemeen |
kips:
WNT: kips (I), (vrouwen)hoed of (mans- of jongens)pet.
kips (L246b Melderslo),
muts:
møts (L246b Melderslo)
|
pet, muts, klak [RND]
III-1-3
|
| 24506 |
muurbloem |
stinkviool:
-
stinkviolen (L246b Melderslo)
|
muurbloem [DC 17 (1949)]
III-4-3
|
| 28708 |
naaien |
naaien:
nē̜ǝjǝ (L246b Melderslo),
nɛjǝ (L246b Melderslo)
|
Algemene benaming voor naaien. Informanten uit P 119, P 188 en Q 77 merken op dat de benaming lappen ouder is dan naaien. [N 62, 1a; N 62, 1d; A 2, 70; A 37, 1c; L 31, 46; Gi 1.IV, 12; MW; RND; Wi 40; S 25; monogr.]
II-7
|