34173 |
waterblaas |
waterblaas:
wǫu̯tǝrblǫwǝs (P045p Meldert)
|
De eerste met vocht gevulde blaas die de weg baant voor het kalf. [N 3A, 52a]
I-11
|
30318 |
waterdorpel |
dorpel:
dø̜rpǝl (P045p Meldert)
|
Horizontale laag bakstenen of natuursteen aan de onderkant van een raamkozijn. De waterdorpel wordt vooral toegepast bij zeer dikke muren. Wordt de dorpel uit bakstenen samengesteld, dan worden deze gemetseld in de vorm van een afwaterend gestelde rollaag. Zie ook afb. 57e. In Q 194 werd voor een waterdorpel gebruik gemaakt van 'ijzerklinkers' ('īzǝrklēŋkǝrs'), in K 353 van arduin. [N 55, 44c; N 32, 12c; L 31, 12a; monogr.; S 39, add.; A 46, 10c, add.]
II-9
|
26809 |
waterlossing |
zouw:
(mv.)
zowǝn (P045p Meldert)
|
Greppel die men door een te ontginnen moeras graaft, om het water kwijt te raken. De opgaven bestrijken heel de provincies Limburg. [I, 61; N 27, 22]
II-4
|
33093 |
waterring van de mijt |
waterlaag:
wātǝrlǭx (P045p Meldert)
|
Waterring, waterlaag of kaplaag van de korenmijt. De laag schoven die het verst naar buiten steekt, juist waar de kap begint. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Voor euze enz. vergelijk wnt XI, onder oozie, ooziedrup enz., "het gedeelte van het dak dat over den muur uitsteekt en het regenwater afwerpt", "afdak" dus. Zie afbeelding 8, a. [N 15, 45c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-4
|
22860 |
weddenschap |
wedding:
wɛdiŋ (P045p Meldert)
|
weddenschap [RND]
III-3-2
|
29145 |
weefkamer |
weefkamer:
weefkamer (P045p Meldert)
|
De kamer of het vertrek waarin geweven wordt en waar het spinnewiel of de weefstoel staat. Dat kan de keuken, de opkamer, de naaikamer of een kamer(tje) zijn. In dit lemma gaat het om een weefruimte in het huis. [N 39, 4; N 5A (I]
II-7
|
18166 |
weer genezen |
weer genezen:
wejer genejze (P045p Meldert),
weer op zijn effen:
weer oep zen effen (P045p Meldert)
|
hij is weer op zijn effen (weer genezen) [ZND 34 (1940)]
III-1-2
|
25206 |
weersgesteldheid |
weer:
wɛ.ər (P045p Meldert)
|
weer (znw) [ZND A1 (1940sq)]
III-4-4
|
21247 |
weg |
weg:
nø weg (P045p Meldert),
weͅx (P045p Meldert),
wɛx (P045p Meldert)
|
een weg [ZND A1 (1940sq)] || weg [RND], [ZND m]
III-3-1
|