33864 |
bronstig, van merries |
sturig:
størǝx (P045p Meldert)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van merries. Een hengstige merrie reageert op de aanwezigheid van de hengst met het optillen van de staart. Ze neemt herhaaldelijk een urirende houding aan, waarbij kleine hoeveelheden urine worden geloosd, terwijl de clitorisch ritmisch naar buiten wordt geperst. Bij de afwezigheid van de hengst zijn deze symptomen minder duidelijk of soms geheel afwezig. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 8, 42a en 44; N 8A, 2; monogr.]
I-9
|
20769 |
brood |
brood:
brôêt (P045p Meldert)
|
brood [RND]
III-2-3
|
25500 |
broodoven |
oven:
hōvǝ (P045p Meldert)
|
De diverse vragen vroegen in het algemeen naar "de oven" en niet specifiek naar "de broodoven" afgezien van N 29, 1a. Het merendeel van de antwoorden slaat op de oven aan huis of op de boerderij. Meer specifieke ovens zullen in de bakkerij gebouwd zijn. De königswinteroven is een oven gemaakt van grote blokken steen afkomstig uit königswinter. De vloer bestaat uit twee grote blokken. Deze oven is voorzien van drie kanalen (pijpen) die boven het gewelf zijn aangebracht. Kanalen voeren de rook van achter de oven boven over het gewelf naar voren waardoor de trek van het vuur veel beter regelbaar wordt gemaakt (z. wbd ii afl. 1 blz. 62). [N 29, 1a; N 5, 135; RND, 57; S 27; Wi4; L 12, 8; L 40, 13b; L 40, 14; L A 2, 277; monogr.]
II-1
|
25657 |
brouwen |
brouwen:
brāǝwǝ (P045p Meldert),
brōwǝ (P045p Meldert)
|
Bier bereiden. Quicke (pag. 72) geeft de volgende omschrijving: "Van bier, het mout beslaan, het wort klaren, hoppen en koken; bier vervaardigen. [S 5; L 1a-m; L 22, 27a; monogr.]
II-2
|
21169 |
brug |
brug:
bryx (P045p Meldert)
|
brug [RND]
III-3-1
|
34197 |
brulkoe |
brulkoe:
brølkui̯ (P045p Meldert)
|
Een koe die aan de brulziekte lijdt. [N 3A, 101, A 48A, 45b, 45c; L 19B, 4a]
I-11
|
34138 |
brullen |
brullen:
brølǝ (P045p Meldert)
|
Abnormaal geluid dat vooral wild geworden runderen uitstoten. [N 3A, 6; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11
|
34072 |
brulse koe |
brul:
brøl (P045p Meldert)
|
Koe die niet meer drachtig is en veel brult. [JG 1a, 1b]
I-11
|
21573 |
brutaal |
astrant:
həs astrant (P045p Meldert)
|
hij is vrijpostig (strant, astrant) [ZND 32 (1939)]
III-3-1
|
17634 |
buik |
buik:
bø͂ͅək (P045p Meldert),
pens:
pɛns (P045p Meldert)
|
buik [ZND m] || Zie afbeelding 2.33. [JG 1a, 1b; N 8, 14 en 41]
I-9, III-1-1
|