e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meldert

Overzicht

Gevonden: 1821
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geheel afgeschoren wolvacht roof wol: ruǝf wol (Meldert) De gehele vacht wol van het schaap, wanneer dit geschoren wordt. [N 38, 19; L 41, 37; monogr.] I-12
gehemelte gehemelte: gehiemelte (Meldert) het gehemelte van de mond [ZND 35 (1941)] III-1-1
geit geit: gē̜t (Meldert) Geit in het algemeen. Ten aanzien van germ merken enkele informanten (L 292 (Heythuysen), Q 99 (Meerssen), 111* (Ransdaal)) op dat hiermee een vrouwelijke geit wordt bedoeld. Zie afbeelding 7. [N 77, 74; L 14, 32; A 9, 20; JG 1a, 1b; Wi 7; NE I, 16; AGV, m3; Gwn 5, 13; Vld.; monogr.; S, Q 105 add.; S 10, add.] I-12
gekruld haar gekruld haar: gekruld hoar (Meldert), krulhaar: krolhoar (Meldert) hij heeft gekruld haar [ZND 35 (1941)] III-1-1
geld geld: gelt (Meldert), gɛlt (Meldert), xaelt (Meldert), xeͅlt (Meldert) geld [RND], [ZND A1 (1940sq)], [ZND m] || geld opdoen (opmaken) [RND] III-3-1
gele lupine boontjes: bűnkǝs (Meldert) Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.] I-5
gelijken (op) gelijken: gelèken (Meldert) gelijken [ZND 25 (1941)] III-4-4
geloven geloven: geluven (Meldert), geluəven (Meldert) Geloven. [ZND 35 (1941)] III-3-3
geluk geluk: ø gəlyk (Meldert) een geluk [ZND A1 (1940sq)] III-1-4
geluksvogel; altijd geluk hebben geluksvogel: geluksvogel (Meldert), ne geluksvogel (Meldert) Iemand die altijd geluk heeft. [ZND 35 (1941)] III-1-4