e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melick

Overzicht

Gevonden: 3111
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
halve maan, laatste kwartier laatste kwartier: lêtste kerteer (Melick) schijngestalte van de maan: laatste kwartier [afnemende, donkere maan] [N 81 (1980)] III-4-4
halve pint, kwart liter, maat bies: bies (Melick), schopje: sjûpke (Melick) de maat die een inhoud aangeeft van 0,25 (=kwart) liter [kapper, halfje, schopje, dzozie, hoorn, neuker, neutel, bok, uppie, bak] [N 91 (1982)] III-4-4
halve zondag feestdag: feesdaag (Melick) Een "halve zondag", een feestdag zonder mis, bijvoorbeeld Koninginnedag (planken zondag). [N 96C (1989)] III-3-3
hamer van de klepklok trumphamel: trumphamel (Melick) De hamer van een klepklok [trumphamer?]. [N 96A (1989)] III-3-3
hand hand: hanjt (Melick) hand [DC 01 (1931)] III-1-1
handboei handboei: handjboei (Melick) de boei waarmee handen geboeid worden [paternoster, handboei] [N 90 (1982)] III-3-1
handcultivator cultivator: køltǝvātǝr (Melick) Handgereedschap voor het losmaken van de grond. In aflevering I.2, p.161-2 is sprake van een zware cultivator die door (paarde)tractie wordt gewogen. Het werkingsprincipe van de twee gereedschappen is echter hetzelfde. [N 18, 52; monogr.] I-5
handelaar handelaar: hanjeleer (Melick) iemand die handel drijft [koopman, commercant, marchand, handelaar] [N 89 (1982)] III-3-1
handelen handelen: hanjele (Melick) handel drijven [komenschappen] [N 89 (1982)] III-3-1
handeling gang: gank (Melick) een op zichzelf staande, niet werktuigelijke verrichting, een handeling [gangen, gang, daad] [N 85 (1981)] III-1-4