e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
missie parochiemissie (<fr.): parochiemissie (Melick) Een meerdaagse reeks preken, gebedsoefeningen e.d. die eens in de 10 jaar in de parochie werd gehouden ter heropwekking en verdieping van het geloof en ter bekering van zondaars [missie, volksmissie?]. [N 96B (1989)] III-3-3
missiekruis missiekruis: missiekruuts (Melick) Een groot kruisbeeld ter herinnering aan een in de parochie gepreekte missie [missiekruis?]. [N 96B (1989)] III-3-3
mist, nevel (alg.) mist: mis (Melick) mist [domp, mok, moek] [N 22 (1963)] III-4-4
misweek misweek: misweek (Melick) Een misweek. [N 96B (1989)] III-3-3
miswijn miswijn: meswien (Melick) De miswijn [mèswien?]. [N 96B (1989)] III-3-3
modder, slijk todder: tooter (Melick) modder, mengsel van aarde, vuil, allerlei organische stoffen met water [plamei, debber, pladedder, moor, dedder, plamoes, moes, kwet, drabbik, dwal] [N 81 (1980)] III-4-4
moed courage (fr.): kraasj (Melick), moed: mood (Melick) moed hebbend, onbevreesd [durvig, moedig] [N 85 (1981)] || onverschrokkenheid in moeilijkheden en gevaren [moed, courage] [N 85 (1981)] III-1-4
moeder moeder: moder (Melick) moeder [DC 03 (1934)] III-2-2
moeder gods muttergottes (du.): mooder goaodes (Melick) De Moeder Gods, Moeder Godes [de Modder-Joaëdes]. [N 96D (1989)] III-3-3
moeder van smarten pita (<it.): piëta (Melick) Een beeld van Maria die het dode lichaam van Jezus op de schoot draagt, piëta [moeder van smarten?]. [N 96A (1989)] III-3-3