e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nippen pitsen: pitse (Melick) Hoe noemt U: Met kleine beetjes drinken (pisen) [N 80 (1980)] III-2-3
noemen noemen: numme (Melick) noemen, een naam geven [DC 03 (1934)] III-2-2
nog niet uitgerezen deeg nog niet genoeg hebben: (het deeg) hē̜t nax nēt gǝnǫx (Melick) [N 29, 26a; monogr.] II-1
nooddoop nooddoop: noodduip (Melick) Een nooddoop, gadoop, geedoop [jieëdoof]. [N 96D (1989)] III-3-3
notulen notulen: notulen (Melick) het korte schriftelijke verslag van hetgeen behandeld is in een vergadering [notulen, nouten] [N 90 (1982)] III-3-1
noveen noveen (<lat.): noveen (Melick) Een negendaagse godsvruchtoefening, novene, noveen. [N 96B (1989)] III-3-3
obstakel ongerief: ongerief (Melick) iets dat het tot een einde brengen van een handeling in de weg staat [ongerief, mishand] [N 85 (1981)] III-1-4
ochtend (vanmorgen de tijdsduur van het aanbreken van de dag tot 12 uur s middags [morgend, morgen, voornoen, ochtend]: smorges (Melick) s morgens) [N 91 (1982)] III-4-4
octaaf octaaf (<fr.): octaaf (Melick) Een octaaf, periode van 8 dagen ter viering van een groot kerkelijk feest. [N 96D (1989)] III-3-3
oever kant: Opm. v.d. invuller: het woord oever bestaat niet bij ons.  kant (Melick) oever [DC 02 (1932)] III-4-4