e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melick

Overzicht

Gevonden: 3111
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bekkens schellen: sjeͅlə (Melick) Het muziekinstrument dat bestaat uit twee koperen schijven met leren handvaten, die tegen elkaar geslagen worden [bekkens, schellen]. [N 90 (1982)] III-3-2
belangrijk, van belang van belang: belang (Melick) van grote betekenis [van belang, van pretansie] [N 91 (1982)] III-4-4
belasting belasting: belasting (Melick) de verplichting tot het betalen van een geldelijke bijdrage in de lasten van de overheid [tijns, cijns, belasting, taks] [N 90 (1982)] III-3-1
belastingbiljet aanslag: aansjlaag (Melick) het biljet waarop vermeld staat hoeveel belasting iemand moet betalen [lastenbrief, brandbrief, binnenboek] [N 90 (1982)] III-3-1
bellen aan het haam kloteren: klōtǝrǝ (Melick) Aan het haam zijn wel eens bellen bevestigd, waarvan er soms meerdere een krans kunnen vormen. Kloters zijn grote, ronde, koperen of bronzen bellen. Rongeltjes bestaan uit een krans van zeven tot acht kleine belletjes in verschillende tonen. [JG 1d; N 13, 14; monogr.] I-10
bellen aan het hoofdstel kloters: klōtǝrs (Melick) Soms kunnen er aan een hoofdstel bellen bevestigd worden, maar meestal gebeurt dat niet bij boerenpaarden. [N 13, 39] I-10
belofte belofte: belofte (Melick) Een belofte. [N 96D (1989)] III-3-3
belofte niet houden niet nakomen: neet noa komme (Melick) een belofte niet houden [beenschijten, zijn woord intrekken, belezen] [N 85 (1981)] III-3-1
beloken pasen beloken pasen: bloike paoesje (Melick) De eerste zondag na Pasen, Beloken Pasen, de laatste dag dat men zijn Paasplicht kon vervullen [gebroke Paose, Wiesse Zóndiech]. [N 96C (1989)] III-3-3
beloven beloven: belaove (Melick) beloven [gelaove, belaove] [N 96D (1989)] III-3-1