e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onweersbui hommelschuilbui: ho͂mmelsjoelbui (Melick) onweersbui met veel regen en wind [schoer, donderschoer] [N 22 (1963)] III-4-4
onweerx hommelweer: ho͂mmelwéér (Melick), onweer: o͂nwéér (Melick) onweer [N 22 (1963)] III-4-4
onwennig (voelen) nog niet op zijn gemak: nag neet op zien gemaak (Melick) nog niet op zijn gemak zijn in een nieuwe toestand [N 85 (1981)] III-1-4
onze-lieve-heer onze-lieve-heer: oos slevenheer (Melick) Onze Lieve Heer [slievenheer]. [N 96D (1989)] III-3-3
onze-lieve-vrouw onze-lieve-vrouw: oos sleve vrouw (Melick) Onze Lieve Vrouw [Lie(f)vrouw, Sliefvrouw]. [N 96D (1989)] III-3-3
onzedig onzedig: ônredig (Melick) Onzedig, onzedigheid. [N 96D (1989)] III-3-3
onzevader onzevader: onze vader (Melick), paternoster: pater noster (Melick) Het door de priester gezongen Pater Noster, het Onze Vader. [N 96B (1989)] || Het gebed "Onze Vader", "Pater noster"[Vadder-óns, Vadder-ónzer, noster]. [N 96B (1989)] III-3-3
ooft ooften: aofte (Melick) ooft; Hoe noemt U: Appelen of peren, in schijven gedroogd (in de oven) [N 80 (1980)] III-2-3
ooftvlaai ooftenvlaai: Syst. WBD  aoftevlaai (Melick) Vla met moes van gedroogde appelen (euftevlaoj, zwarte vla?) [N 16 (1962)] III-2-3
oog oog: aug (Melick) oog [DC 01 (1931)] III-1-1