24868 |
oot |
vlughaver:
vluughaver (L383p Melick)
|
Oot, wilde haver (avena fatua 5 tot 20 cm groot. De plant is zodevormend, de bladeren zijn borstelvormig; de aartjes bevinden zich in dichte, aarvormige pluimen, klein, lichtgroen tot grijsachtig van kleur, kort genaald. Van april tot en met juni. Te vi [N 92 (1982)]
III-4-3
|
23198 |
op bedevaart gaan |
ter bedevaart gaan:
ter baivaart gaon (L383p Melick)
|
Een bedevaart doen, op bedevaart gaan [beewegen, beevaarden, bèèverte]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
25564 |
op de juiste temperatuur |
goed:
gōt (L383p Melick)
|
Gezegd van gerezen deeg. Het vocht in het deeg is de warmtebron. Door het vocht te verwarmen brengt men het deeg op de juiste temperatuur. De goede temperatuur is van groot belang voor de kwaliteit van het produkt. Te warme degen zullen droog brood geven, dat spoedig kruimelig wordt, terwijl te koude degen een brood opleveren dat klein van stuk en wreed van scheuring is (Schoep blz. 95). Volgens de informanten van K 359, L 270, en Q 121e was eertijds het bepalen van de juiste temperatuur een kwestie van aanvoelen of voelen met de handen. De goede temperatuur zou volgens de informant van L 269a zijn ¬± 28¬∞C. In dit lemma komen verschillende grammaticale categorieën voor. [N 29, 28b; monogr.]
II-1
|
33218 |
op een hoop gooien |
een mijt maken:
ǝn mīt mākǝ (L383p Melick),
op een hoop doen:
ǫp ęi̯nǝ hǫu̯p dōn (L383p Melick)
|
Het uitstorten van de aardappelen in de kuil. [N 12, 29; monogr.]
I-5
|
21197 |
op reis gaan |
op reis:
op reis (L383p Melick)
|
op reis gegaan zijn [te mantij zijn] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23675 |
op retraite gaan |
op retraite (fr.):
op retraite (L383p Melick)
|
In retraite gaan, in retraite zijn. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22368 |
op stelten lopen |
steltlopen:
sjteltj loupe (L383p Melick)
|
Op stelten lopen [stelten]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
25581 |
opbollen |
opbollen:
opbolǝ (L383p Melick)
|
De afgewogen deegstukken opbollen. Het opbollen dient om een mooie ronde bol te verkrijgen, waardoor het vormen van het brood veel gemakkelijker kan geschieden, dan wanneer men dit van het direct afgewogen stuk moet doen (Schoep blz. 99). Verder dient het om de fijnheid van rijs te beïnvloeden en de kleefstof soepeler te maken. Het opbollen kan met de hand of machinaal plaatsvinden. [N 29, 34; N 29, 30b; monogr.]
II-1
|
21880 |
opbrengst |
opbrengst:
opbrings (L383p Melick)
|
dat wat iets bij verkoping oplevert, de opbrengst [schoor, winst] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
17897 |
opeenschuiven |
opeenschuiven:
opeinsjuuve (L383p Melick)
|
stroppen: Op elkaar schuiven (stroppen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|