e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pauselijke zegen pauselijke zegen: pauselikke zaige (Melick) De pauselijke zegen, de apostolische zegen, door de priester aan de stervende gegeven [paepslieje zeëje]. [N 96D (1989)] III-3-3
pauzeren rusten: ruste (Melick) heel even ophouden met werken [tukken] [N 85 (1981)] III-1-4
peetoom peter: paiter (Melick, ... ), pêter (Melick, ... ) de peter [de paat] [N 96D (1989)] III-2-2
peettante meter: maiter (Melick, ... ), mêter (Melick, ... ) de meter [joaën] [N 96D (1989)] III-2-2
penitentie penitentie (<lat.): penetentie (Melick) Penitentie. [N 96D (1989)] III-3-3
penwortel van een den peelwortel: pēlwõrtǝl (Melick) De penvormige wortel van een dennenboom. [N 27, 9b] I-8
peper peper: paiper (Melick) peper [DC 03 (1934)] III-2-3
persen persen: persen (Melick) Het maken van uitdrijvende bewegingen, gezegd van de koe die gaat kalven. [N 3A, 47] I-11
petekind petekind: paitekinj (Melick) een petekind [patekink] [N 96D (1989)] III-2-2
piekeren prakkiseren: prakkezeren (Melick) over zijn zorgen nadenken [mijmeren, dolleren, prakkezeren, praktiseren, dubben, dromen] [N 85 (1981)] III-1-4