e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
punaise punaise (fr.): punaise (Melick) een klein metalen stiftje met grote platte kop voor het vastzetten van tekeningen etc. [tetske, punaise] [N 90 (1982)] III-3-1
punt van het blad van de zeis punt: pøntj (Melick) De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3
punt, stip puntje: puntje (Melick) een zeer klein rond teken, een punt [stip, tikske] [N 91 (1982)] III-4-4
pupil oogappel: augappel (Melick) Pupil: het donkere gedeelte van het oog dat wijder of nauwer wordt naarmate er meer of minder licht in valt. [N 84 (1981)] III-1-1
purper, paarsrood purper: purper (Melick) de kleur paarsrood [purper, pilper] [N 91 (1982)] III-4-4
puthaak puthaak: pøͅthōͅk (Melick) [N 12 (1961)] I-7
putter putter: pötter (Melick) putter III-4-1
quatertemperdag quatertemperdag: quatertemperdaag (Melick) De R.K. vastendag op de eerste woensdag, vrijdag en zaterdag van elk jaargetijde, quatertemperdag. [N 96C (1989)] III-3-3
raar, vreemd raar: raar (Melick) raar [DC 02 (1932)] III-1-4
raaskallen lullen: lullen (Melick) onzin praten, raaskallen [revelen, raaskallen, wauwelen, lullen, bazelen] [N 87 (1981)] III-3-1