e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ratel van witte donderdag klepper: klepper (Melick) De ratel die van Witte Donderdag tot aan de zaterdag vóór Pasen in plaats van de altaarschel tijdens de mis wordt gebruikt. [N 96C (1989)] III-3-3
ratelaar rammelaar: rammeleer (Melick) Kleine ratelaar (rhinanthus minor 10 tot 40 cm groot. De stengels zijn niet of weinig vertakt; de bladeren groeien kruisgewijs, zijn smal en gezaagd. De bloemen staan in korte trossen, de kroonbuis is recht en geel, de bovenlip heeft zeer kleine witte o [N 92 (1982)] III-4-3
rauw rauw: roewe (Melick) rauw; Hoe noemt U: Rauw, niet gekookt (groen, rauw) [N 80 (1980)] III-2-3
ravotten worstelen: wōrsjələ (Melick) Voor de grap met elkaar worstelen, ravotten, gezegd van kinderen [riepen, riepzakken, raggen, balkuinen, stoeien]. [N 88 (1982)] III-3-2
razen en tieren tieren: tieren (Melick) luidruchtig uiting geven aan woede [razen, tieren, tekeergaan, tobben] [N 85 (1981)] III-1-4
razend van woede buiten zichzelf: boete zich zelf (Melick) razend van woede, zeer woedend [dol, dul] [N 85 (1981)] III-1-4
rechtop rechtop: rechtop (Melick) rechtopstaand, recht omhoog staand [fiks] [N 91 (1982)] III-4-4
rechtvaardig rechtvaardig: rechvaerdig (Melick) handelend naar recht en billijkheid, rechtvaardig [gerecht, gerechtig] [N 85 (1981)] III-1-4
rector rector (lat.): rector (Melick) Een rector, de geestelijk leider van een klooster of gesticht. [N 96D (1989)] III-3-3
reeks, rij rij: rie (Melick) een rij van geregeld naast elkaar geplaatste dingen [resem, reeks] [N 91 (1982)] III-4-4