25561 |
te lang gerezen deeg |
kapot:
kǝpot (L383p Melick),
rot:
rot (L383p Melick)
|
Bij veel antwoorden wordt het zelfstandig naamwoord "deeg" o.i.d. niet gegeven. [N 29, 26b; monogr.]
II-1
|
34633 |
te licht in de rug |
te licht in de rug geladen:
tǝ lex˱ en dǝ rø̜k ˲gǝlāi̯ǝ (L383p Melick)
|
Als men teveel achteraan in de kar laadt, kan het paard de kar moeilijker trekken, omdat door het gewicht van de lading de bruikriem omhoogdrukt. Hierdoor kan de kar de neiging hebben om te wippen (zie ook voor het lemma de kar wipt. [N 17, 96 + 99]
I-13
|
25566 |
te nat |
plakkerig:
plɛkǝrex (L383p Melick, ...
L383p Melick)
|
Gezegd van deeg. In dit lemma komen verschillende grammaticale categorieën voor. [N 29, 29b; monogr.] || Het lemma valt uiteen in verschillende grammaticale categorieën. De eerste categorie benamingen is bijvoeglijk van aard. De tweede groep bestaat uit opgaven die een zelfstandigheid aanduiden en de derde groep bestaat uit werkwoorden. [N 29, 67; monogr.]
II-1
|
17680 |
teen |
teen:
teen (L383p Melick)
|
teen (toon) [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
25992 |
teerlingen |
bokken:
byk (L383p Melick)
|
De vier, vaak gemetselde, blokken waar de uiteinden van de kruisplaten op rusten. Zie ook afb. 12. [N O, 42i; Sche 10; A 42A, add.]
II-3
|
22429 |
tegen de bal schoppen |
schoppen:
sjøͅpə (L383p Melick)
|
Tegen de bal schoppen in het voetbalspel [schoppen, trappen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21884 |
tegenvaller |
strop:
stjrop (L383p Melick)
|
een zwaar geldelijk verlies [krook] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21210 |
telefoon |
telefoon:
telefoon (L383p Melick)
|
het toestel om de menselijke stem over te brengen [telefoon] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21211 |
telefooncel |
cel:
cel (L383p Melick)
|
het kleine vertrek van waaruit men kan telefoneren [telefooncel, cel] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21208 |
telegram |
telegram:
telegram (L383p Melick)
|
een per telegraaf overgebracht bericht [telegram, draadbericht] [N 90 (1982)]
III-3-1
|