e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vetpot vetpot: vaetpot (Melick) pot, stenen ~; inventarisatie benamingen voor grote ~~ voor bijv. zuurkool e.d., kleinere ~~ voor boter, eieren e.d. (pijppot, timperpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
vetweide nagras: nǭgrās (Melick), vetwei: vē̜twɛi̯ (Melick) Speciale, meestal afgemaakte wei waar men koeien laat grazen die niet meer geschikt zijn voor de productie en die als slachtvee bestemd zijn. [N 3A, 77b; N 3A, 77c; N 6, 33b; JG 1a, 1d; L 19B, 2aI; L 32, 45; RND 20; S 43; monogr.] I-8
viaticum bediend (volt.deelw.): bedind (Melick) De H. Communie als teerspijs voor een stervende, viaticum. [N 96D (1989)] III-3-3
vierdel, maat van 125 gram of kwart pond vierdel: veerel (Melick) de maat die een gewicht aangeeft van 125 gram, dat is 1/4 pond [verrel] [N 91 (1982)] III-4-4
vigilie vigiliedag: vigiliedag (Melick) De avond vóór een kerkelijke feestdag [vigilie, heiligavond]. [N 96C (1989)] III-3-3
vijf centiem knabje: knepke (Melick) een muntstuk van vijf centimes (in België) [solleke, knepke, halve sol] [N 89 (1982)] III-3-1
vijf wonden van christus vijf wonden: vief wonje (Melick) De vijf wonden, de kruiswonden van Christus [de vunnef wónde?]. [N 96B (1989)] III-3-3
vijfentwintig centiem kwartje: kwartje (Melick) een muntstuk van 25 centimes (in België) [kwartje] [N 89 (1982)] III-3-1
vin vin: ideosyncr.  vinne (Melick) Hoe noemt u het min of meer waaiervormige voortbewegingsorgaan van een vis, op de rug, borst en buik en aan de staart (vin, vlim) [N 83 (1981)] III-4-2
vinger vinger: vingər (Melick) vinger [DC 01 (1931)] III-1-1