e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melick

Overzicht

Gevonden: 3111
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boter botter: botǝr (Melick) Het bovengedreven vet op de melk. Dit is het eindprodukt van het karnen. [N 12, 51, 52, 55, 58 en 61; JG 1a, 1b; L 1a-m; L 1u, 114; L 20, 26b; L 22, 8; L 27, 67 en 69; S 4 en 17; A 4, 26a en 26b; A 7, 19, 21, 22 en 23; A 9, 15b; A 16, 8a; A 28, 7; N 5A (I] I-11
boter inleggen botter insteken: [botter] enštē̜kǝ (Melick) Techniek om de boter zo lang mogelijk te kunnen bewaren. Hierbij werd er zo min mogelijk gekneed. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [R 3, 76 en 77; Ge 22, 118; monogr.] I-11
boterham boterham: Syst. WBD  bo͂:terram (Melick) Een boterham (stuk, botteram?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterham met kaas kaasboterham: Syst. WBD  keesbo͂:terram (Melick) Boterham met kaas (keesbam, keistaat, sjmouer?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterham met vet boterham met vet: Syst. WBD  bo͂:terram mit vae:t (Melick) Boterham met vet (sjmouer?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterham van wit en zwart brood zwart en wit tegeneen: Syst. WBD  ein zjwart en wit taegenein (Melick) Boterham van wit en zwart brood (preekheer?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterlepel boterkneedlepel: bo͂terknaejlaepel (Melick) lepel, houten ~; inventarisatie benamingen (boterspaan); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
boterpot boterpot: bo͂terpot (Melick) pot, stenen ~; inventarisatie benamingen voor grote ~~ voor bijv. zuurkool e.d., kleinere ~~ voor boter, eieren e.d. (pijppot, timperpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
botervlootje boterpotje: frequenter gebruikt  bo͂terpötje (Melick), botervlootje: bo͂tervleutje (Melick) botervlootje [N 20 (zj)] III-2-1
botteriken hordjes: hø̜̄rtjǝs (Melick) De ladderachtige constructies die vóór en achter op de hooikar worden geplaatst om de laadcapaciteit te vergroten. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en afbeelding 16, de foto''s b en c. De term ladders ("ledders" en "leren") wordt zowel voor de botteriken als voor de zijladders gebruikt; zie het lemma ''zijladders van de oude kar''. Het lemma bevat alleen meervouden.' [N 17, 70; JG 1a, 1b, 2a; add. uit N 17, 40 en A 41, 24; monogr.] I-3