e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melick

Overzicht

Gevonden: 3111
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
duwer van de aanaardhandploeg duwstek: dyi̯štęk (Melick) Zie de toelichting bij het lemma Aanaardhandploeg. [N 18, 46c] I-5
dwangbuis dwangbuis: dwangbuus (Melick) een op de rug sluitend jasje met lange mouwen om in razernij verkerende krankzin-nigen het gebruik van hun armen te ontnemen [dwangbuis, zotkapootje] [N 90 (1982)] III-3-1
dwarsbalk biels: bils (Melick) de houten, stalen of gewapend betonnen dwarsbalk waarop de rails bevestigd zijn [biels, biel] [N 90 (1982)] III-3-1
dwarsbalk van de hooihark dwarsbalk: dwarsbalǝk (Melick) De balk van de hooihark waarin de tanden zijn bevestigd; zie afbeelding 11, b. De instabiliteit van de heteroniemen wijst erop dat het begrip amper tot de eigenlijke landbouwterminologie is doorgedrongen. [N 18, 92b] I-3
dwaze streek gekke streek: gekkesjtreek (Melick) een dwaze streek [woei] [N 85 (1981)] III-1-4
dwaze, onbezonnen daad gekke streek: gekke stjreek (Melick) een dwaze onbezonnen daad [akt, actie, kapsie] [N 85 (1981)] III-1-4
echo echo: echo (Melick) een naklinkend geluid [halm, nagalm, echo] [N 91 (1982)] III-4-4
echtgenoot mens: miensj (Melick) de man met wie men getrouwd is [man, mens, baas] [N 87 (1981)] III-2-2
echtgenote vrouw: vrouw (Melick) de vrouw met wie men getrouwd is [wijf, vrouw] [N 87 (1981)] III-2-2
ecthyma, zere bekjes, muilschurft muilruw: mūlru (Melick) Een soms goedaardige, soms ook kwaadaardige aantasting van de slijmvliezen van de mondholte, waarbij op de lippen korsten ontstaan. [N 77, 62; N 19, 68; A 48a, 49] I-12