e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melveren

Overzicht

Gevonden: 1165
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kleurx couleur (fr.): koleur (Melveren, ... ) kleur [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)] III-4-4
kliekje opgestoofde, een -: Syst. Frings  nən op˃gəstou̯və (Melveren) Kliekje, opgewarmde maaltijd (braoj, opstoovertje, prutske?) [N 16 (1962)] III-2-3
klierziekte klieren: De meeste informanten vertalen enkel het zinnetje hij heeft klieren (in de hals) zonder een speciale benaming voor deze klieren op te geven.  kliere (Melveren) hij heeft klieren (in de hals). Bestaat hiervoor een speciale volksnaam ? [ZND 28 (1938)] III-1-2
kluit aarde klot: klǫt (Melveren) [N 27, 36; S 18; R 3, 8; L 28, 8; L 28, 9; L 1a-m; L B2, 290; ALE 257; Vd.; monogr.] I-8
knellen pitsen: pitsen (Melveren) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] III-1-2
knellen, gezegd van schoenen pitsen: pitsen (Melveren) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] III-1-3
knevels koppelhaken: kǫpǝlø̄ǝk (Melveren) Beide haakjes aan de bitringen, die aan het hoofdstel worden opgehangen. [N 13, 45] I-10
knie knie: knij (Melveren) knie [ZND 28 (1938)] III-1-1
kniezen knorren: knorren (Melveren) Hij is altijd aan t kniezen (ontevreden, morren). [ZND 28 (1938)] III-1-4
knijpen pitsen: pitsen (Melveren) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] III-1-2